Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- hypnotiseren:
-
Wiktionary:
- hypnotiseren → hypnotiser
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hypnotiseren (Nederlands) in het Frans
hypnotiseren:
-
hypnotiseren (willoos maken)
hypnotiser-
hypnotiser werkwoord (hypnotise, hypnotises, hypnotisons, hypnotisez, hypnotisent, hypnotisais, hypnotisait, hypnotisions, hypnotisiez, hypnotisaient, hypnotisai, hypnotisas, hypnotisa, hypnotisâmes, hypnotisâtes, hypnotisèrent, hypnotiserai, hypnotiseras, hypnotisera, hypnotiserons, hypnotiserez, hypnotiseront)
-
Conjugations for hypnotiseren:
o.t.t.
- hypnotiseer
- hypnotiseert
- hypnotiseert
- hypnotiseren
- hypnotiseren
- hypnotiseren
o.v.t.
- hypnotiseerde
- hypnotiseerde
- hypnotiseerde
- hypnotiseerden
- hypnotiseerden
- hypnotiseerden
v.t.t.
- heb gehypnotiseerd
- hebt gehypnotiseerd
- heeft gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
v.v.t.
- had gehypnotiseerd
- had gehypnotiseerd
- had gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
o.t.t.t.
- zal hypnotiseren
- zult hypnotiseren
- zal hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
o.v.t.t.
- zou hypnotiseren
- zou hypnotiseren
- zou hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
en verder
- ben gehypnotiseerd
- bent gehypnotiseerd
- is gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
diversen
- hypnotiseer!
- hypnotiseert!
- gehypnotiseerd
- hypnotiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hypnotiseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hypnotiser | hypnotiseren; willoos maken |
Wiktionary: hypnotiseren
hypnotiseren
verb
hypnotiseren
-
het onder hypnose brengen van mensen
- hypnotiseren → hypnotiser
verb
-
propre|fr provoquer chez un être vivant le sommeil dit « hypnotique » par certains moyens artificiels.
Frans