Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevestigd zijn (Nederlands) in het Frans
gevestigd zijn:
gevestigd zijn werkwoord (ben gevestigd, bent gevestigd, is gevestigd, was gevestigd, waren gevestigd, gevestigd geweest)
-
gevestigd zijn (zetelen; resideren; gezeten zijn)
Conjugations for gevestigd zijn:
o.t.t.
- ben gevestigd
- bent gevestigd
- is gevestigd
- zijn gevestigd
- zijn gevestigd
- zijn gevestigd
o.v.t.
- was gevestigd
- was gevestigd
- was gevestigd
- waren gevestigd
- waren gevestigd
- waren gevestigd
v.t.t.
- ben gevestigd geweest
- bent gevestigd geweest
- is gevestigd geweest
- zijn gevestigd geweest
- zijn gevestigd geweest
- zijn gevestigd geweest
v.v.t.
- was gevestigd geweest
- was gevestigd geweest
- was gevestigd geweest
- waren gevestigd geweest
- waren gevestigd geweest
- waren gevestigd geweest
o.t.t.t.
- zal gevestigd zijn
- zult gevestigd zijn
- zal gevestigd zijn
- zullen gevestigd zijn
- zullen gevestigd zijn
- zullen gevestigd zijn
o.v.t.t.
- zou gevestigd zijn
- zou gevestigd zijn
- zou gevestigd zijn
- zouden gevestigd zijn
- zouden gevestigd zijn
- zouden gevestigd zijn
diversen
- ben gevestigd!
- gevestigd geweest
- gevestigd zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gevestigd zijn:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avoir son siège | gevestigd zijn; gezeten zijn; resideren; zetelen | |
être assis | gevestigd zijn; gezeten zijn; resideren; zetelen | opzitten; zitten |
Wiktionary: gevestigd zijn
gevestigd zijn
verb
-
Traductions à trier suivant le sens.
-
Faire sa demeure,... (Sens général).
-
Séjourner, avoir sa demeure habituelle ou temporaire dans un logis