Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ameublement
|
aankleding; decoratie
|
ameublement; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; woningdecoratie; woninginrichting
|
aménagement
|
aankleding; decoratie; inrichting; versiering
|
ameublement; benodigde; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering; woningdecoratie; woninginrichting
|
distinction
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
deftigheid; distinctie; eerbaarheid; eerbiedwaardigheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gedistingeerdheid; gepastheid; kenteken; keurigheid; kiesheid; maken van onderscheid; merkteken; netheid; onderscheiding; onderscheidingsteken; statigheid; voornaamheid; welgemanierdheid
|
décor
|
aankleding; decoratie; ereteken; inrichting; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; versiering
|
decor; toneeldecor; toneeldecoratie
|
décoration
|
aankleding; corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; inrichting; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opsiering; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
|
decoreren; eigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; lintje; onderscheidingsteken; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; optuigen; ordeteken; smuk; stigma; teken; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; zich mooi maken
|
embellissement
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
decoreren; opluisteren; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; optuigen; smuk; tooien; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen
|
emblème
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
blazoen; eigenschap; embleem; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma; wapenschild; zinnebeeld
|
marque
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
beeldmerk; bewijs; blijk; brandteken; eigenschap; etiket; gebaar; geste; handelsmerk; handelsnaam; herkenningsteken; iemand kenmerken; inktstempel; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; label; logo; merk; merknaam; merkteken; nummerplaat; signaal; stempel; stigma; striem; teken; typering; warenmerk; zegel
|
marque distinctive
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
eigenschap; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; onderscheidingsteken; stigma; teken
|
meubles
|
aankleding; decoratie
|
ameublement; boedel; huisraad; inboedel; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; woningdecoratie; woninginrichting
|
mobilier
|
aankleding; decoratie
|
boedel; huisraad; inboedel; inrichten; inrichting; woningdecoratie; woninginrichting
|
médaille
|
corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
|
gedenkpenning; geldstuk; gelukspenning; medaille; munt; muntstuk; onderscheidingsteken; penning; plak; teken
|
ordre de chevalerie
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
|
ornement
|
corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opsiering; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
|
grafisch element; opluisteren; opschik; opsmuk; ornament; sieraad; sierstuk; smuk; tooien; versieren; versiering
|
ornementation
|
corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opsiering; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
|
decoreren; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; smuk; versieren; versiering; versieringen aanbrengen
|
parure
|
corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
|
bijou; juweel; opschik; opsmuk; sieraad; sierstuk; smuk; versiering
|
signe
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
aanwijzing; bewijs; blijk; eigenschap; etiket; gebaar; geste; gesternte; herkenningsteken; iemand kenmerken; karakter; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; knipoog; letter; letterteken; nummerplaat; oogwenk; sein; seintje; signaal; sterrenbeeld; stigma; teken; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
symbole
|
decoratie; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
|
eigenschap; embleem; emoticon; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma; symbool; zinnebeeld
|