Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aansteller:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aansteller (Nederlands) in het Frans

aansteller:

aansteller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aansteller (iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler)
    le cabotin; le comédien; le poseur; le m'as-tu vu

Vertaal Matrix voor aansteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabotin aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler
comédien aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler acteur; actrice; artiest; cabaretier; clown; grappenmaker; guit; harlekijn; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; pierrot; snaak; speler; toneelspeler; tonelist; uilenspiegel; uitvoerder; vertoner
m'as-tu vu aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler
poseur aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poseur aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld

Wiktionary: aansteller

aansteller
noun
  1. iemand die zich aanstelt
aansteller
noun
  1. Personne dont la profession est d'interpréter un personnage, de jouer un rôle au théâtre, au cinéma, à la télévision.

Cross Translation:
FromToVia
aansteller fanfaron; vantard braggart — one who boasts