Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lopend (Nederlands) in het Frans
lopend:
-
lopend
en cours; courant; à pied; en courant-
en cours bijvoeglijk naamwoord
-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
à pied bijvoeglijk naamwoord
-
en courant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lopend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
courant | beek; beekje; drift; driftstroom; elektriciteit; geestesrichting; geestesstroming; rivier; stroming; stroom; stroompje; zeestroming | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en cours | wordt uitgevoerd | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
courant | lopend | alledaags; courant; doorgaand; doorlopend; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hardlopend; hedendaags; huidig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; rondgaande; snellopend; stromend; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vliedend; vloeiend; vlot |
en courant | lopend | in het voorbijgaan; losjes; terloops |
en cours | lopend | |
à pied | lopend |
lopend vorm van lopen:
-
lopen (zich voortbewegen; gaan; stappen)
avancer; se mouvoir-
avancer werkwoord (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
-
se mouvoir werkwoord
-
-
lopen (kuieren; wandelen; slenteren; rondslenteren)
se promener; faire un tour; se balader-
se promener werkwoord
-
faire un tour werkwoord
-
se balader werkwoord
-
-
lopen (stromen; vloeien)
Conjugations for lopen:
o.t.t.
- loop
- loopt
- loopt
- lopen
- lopen
- lopen
o.v.t.
- liep
- liep
- liep
- liepen
- liepen
- liepen
v.t.t.
- heb gelopen
- hebt gelopen
- heeft gelopen
- hebben gelopen
- hebben gelopen
- hebben gelopen
v.v.t.
- had gelopen
- had gelopen
- had gelopen
- hadden gelopen
- hadden gelopen
- hadden gelopen
o.t.t.t.
- zal lopen
- zult lopen
- zal lopen
- zullen lopen
- zullen lopen
- zullen lopen
o.v.t.t.
- zou lopen
- zou lopen
- zou lopen
- zouden lopen
- zouden lopen
- zouden lopen
en verder
- ben gelopen
- bent gelopen
- is gelopen
- zijn gelopen
- zijn gelopen
- zijn gelopen
diversen
- loop!
- loopt!
- gelopen
- lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het lopen (geloop)
Vertaal Matrix voor lopen:
Verwante woorden van "lopen":
Synoniemen voor "lopen":
Verwante definities voor "lopen":
Wiktionary: lopen
lopen
lopen
Cross Translation:
verb
-
se déplacer jusqu'à un endroit.
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Se déplacer par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, en ayant toujours un appui au sol.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lopen | → aller | ↔ gehen — sich schreitend, schrittweise fortbewegen |
• lopen | → marcher | ↔ gehen — funktionieren / funktionsfähig sein |
• lopen | → marcher | ↔ gehen — viel gekauft werden |
• lopen | → marcher | ↔ laufen — von Menschen: (zu Fuß) gehen |
• lopen | → marcher; tourner | ↔ laufen — von technischen Einrichtungen und: funktionstüchtig sein oder angeschaltet sein |
• lopen | → couler | ↔ laufen — von Flüssigkeiten: sich fortbewegen |
• lopen | → courir | ↔ run — to move quickly on two feet |
• lopen | → marcher; se promener | ↔ walk — move on the feet |
• lopen | → marcher; faire; à pied | ↔ walk — to travel a distance by walking |
Computer vertaling door derden: