Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: dopen

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: dopen

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

dopen:
- baptiser
- baptême
dop:
- écale; brou; bouchon de fermeture; bouchon de verre; cloche
Wiktionary:
- dopen → appeler, baptiser
- dopen → baptiser, bizuter
- dop → coque, écorce
- dop → coque, calotte sphérique

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dopen (Nederlands) in het Frans

dopen:

dopen werkwoord (doop, doopt, doopte, doopten, gedoopt)

dopen
baptiser
- baptiser werkwoord (baptise, baptises, baptisons, baptisez, baptisent, baptisais, baptisait, baptisions, baptisiez, baptisaient, baptisai, baptisas, baptisa, baptisâmes, baptisâtes, baptisèrent, baptiserai, baptiseras, baptisera, baptiserons, baptiserez, baptiseront)

Conjugations for dopen:

o.t.t.

doop
doopt
doopt
dopen
dopen
dopen

o.v.t.

doopte
doopte
doopte
doopten
doopten
doopten

v.t.t.

heb gedoopt
hebt gedoopt
heeft gedoopt
hebben gedoopt
hebben gedoopt
hebben gedoopt

v.v.t.

had gedoopt
had gedoopt
had gedoopt
hadden gedoopt
hadden gedoopt
hadden gedoopt

o.t.t.t.

zal dopen
zult dopen
zal dopen
zullen dopen
zullen dopen
zullen dopen

o.v.t.t.

zou dopen
zou dopen
zou dopen
zouden dopen
zouden dopen
zouden dopen

en verder

ben gedoopt
bent gedoopt
is gedoopt
zijn gedoopt
zijn gedoopt
zijn gedoopt

diversen

doop!
doopt!
gedoopt
dopend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dopen [het ~] zelfstandig naamwoord

het dopen
le baptême
- baptême [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dopen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baptême	dopen	doop; doopsel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baptiser	dopen

Verwante woorden van "dopen":

dop, doop

Wiktionary: dopen

dopen

verb

een naam geven
- dopen → appeler

dopen

verb

(religion) rendre chrétien par le baptême.
- baptiser → dopen

Cross Translation:

From	To	Via
• dopen	→ baptiser	↔ christen — to perform the religious act
• dopen	→ baptiser; bizuter	↔ frosh — to initiate academic freshmen

dopen vorm van dop:

dop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de dop (bolster; schaal; schil)
l'écale; le brou
- écale [la ~] zelfstandig naamwoord
- brou [le ~] zelfstandig naamwoord
de dop (sluitdop)
le bouchon de fermeture
- bouchon de fermeture [le ~] zelfstandig naamwoord
de dop (stolp; deksel; boerenhuis; kaasstolp; stolphuis; stulpkooi)
le bouchon de verre; la cloche
- bouchon de verre [le ~] zelfstandig naamwoord
- cloche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dop:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bouchon de fermeture	dop; sluitdop
bouchon de verre	boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi
brou	bolster; dop; schaal; schil
cloche	boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi	bel; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; einder; flierefluiter; geitenbreier; gezichtseinder; horizon; kim; klok; klokje; klooi; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leeghoofdje; leegloper; lijntrekker; luidklok; nietsnut; pendule; polshorloge; schel; slampamper; slapkous; sufferdje; torenklok; uurwerk; zakhorloge; zakuurwerk
écale	bolster; dop; schaal; schil	bast; schors

Verwante woorden van "dop":

doppen, dopen, dopje

Wiktionary: dop

dop

noun

enveloppe extérieure de l’œuf.
- coque → dop; schaal; schil; schors
Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux
- écorce → dop; schaal; schil; schors; boomschors

Cross Translation:

From	To	Via
• dop	→ coque	↔ hull — outer covering of a fruit or seed
• dop	→ calotte sphérique	↔ spherical cap — portion of sphere