Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- bemiddelen:
-
Wiktionary:
- bemiddelen → intervenir, procurer
- bemiddelen → juger, modérer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bemiddelen (Nederlands) in het Frans
bemiddelen:
-
bemiddelen (tussenkomen)
servir de médiateur dans; négocier; concilier-
servir de médiateur dans werkwoord
-
négocier werkwoord (négocie, négocies, négocions, négociez, négocient, négociais, négociait, négociions, négociiez, négociaient, négociai, négocias, négocia, négociâmes, négociâtes, négocièrent, négocierai, négocieras, négociera, négocierons, négocierez, négocieront)
-
concilier werkwoord (concilie, concilies, concilions, conciliez, concilient, conciliais, conciliait, conciliions, conciliiez, conciliaient, conciliai, concilias, concilia, conciliâmes, conciliâtes, concilièrent, concilierai, concilieras, conciliera, concilierons, concilierez, concilieront)
-
-
bemiddelen (tussenbeide komen; interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen)
intervenir; intercéder; intercéder en faveur de qn; s'interposer; s'entremettre-
intervenir werkwoord (interviens, intervient, intervenons, intervenez, intervienent, intervenais, intervenait, intervenions, interveniez, intervenaient, intervins, intervint, intervînmes, intervîntes, intervinrent, interviendrai, interviendras, interviendra, interviendrons, interviendrez, interviendront)
-
intercéder werkwoord (intercède, intercèdes, intercédons, intercédez, intercèdent, intercédais, intercédait, intercédions, intercédiez, intercédaient, intercédai, intercédas, intercéda, intercédâmes, intercédâtes, intercédèrent, intercéderai, intercéderas, intercédera, intercéderons, intercéderez, intercéderont)
-
intercéder en faveur de qn werkwoord
-
s'interposer werkwoord
-
s'entremettre werkwoord
-
Conjugations for bemiddelen:
o.t.t.
- bemiddel
- bemiddelt
- bemiddelt
- bemiddelen
- bemiddelen
- bemiddelen
o.v.t.
- bemiddelde
- bemiddelde
- bemiddelde
- bemiddelden
- bemiddelden
- bemiddelden
v.t.t.
- heb bemiddeld
- hebt bemiddeld
- heeft bemiddeld
- hebben bemiddeld
- hebben bemiddeld
- hebben bemiddeld
v.v.t.
- had bemiddeld
- had bemiddeld
- had bemiddeld
- hadden bemiddeld
- hadden bemiddeld
- hadden bemiddeld
o.t.t.t.
- zal bemiddelen
- zult bemiddelen
- zal bemiddelen
- zullen bemiddelen
- zullen bemiddelen
- zullen bemiddelen
o.v.t.t.
- zou bemiddelen
- zou bemiddelen
- zou bemiddelen
- zouden bemiddelen
- zouden bemiddelen
- zouden bemiddelen
diversen
- bemiddel!
- bemiddelt!
- bemiddeld
- bemiddelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bemiddelen:
Wiktionary: bemiddelen
bemiddelen
Cross Translation:
verb
bemiddelen
-
trachten overeenstemming tussen twee partijen tot stand te brengen
- bemiddelen → intervenir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bemiddelen | → juger | ↔ judge — to arbitrate, to pass opinion on something |
• bemiddelen | → modérer | ↔ moderate — to act as a moderator |
Computer vertaling door derden: