Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. stipt:
  2. stippen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor stipt:
    • ponctuelle


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stipt (Nederlands) in het Frans

stipt:

stipt bijvoeglijk naamwoord

  1. stipt (op tijd; tijdig; bijtijds)
    à temps; à point
  2. stipt (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; net)
    précis; consciencieusement; exact; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux
  3. stipt (punctueel; strikt; precies; exact)
    ponctuel; ponctuellement
  4. stipt (nauwgezet; nauwkeurig; precies)
    avec précision

Vertaal Matrix voor stipt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec précision nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt met grote juistheid; nauwgezet; ragfijn
consciencieusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; conscientieus; consciëntieus; dwingend; exact; fundamenteel; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; wezenlijk; zorgvuldig; zorgzaam
consciencieux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; consciëntieus; dwingend; exact; fundamenteel; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; wezenlijk; zorgvuldig; zorgzaam
exact accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; conscientieus; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; klemmend; kloppend; krek; met klem; met nadruk; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; uitdrukkelijk; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
minutieusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; met een scherp oog; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; voorzichtig; zorgvuldig
minutieux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; voorzichtig; zorgvuldig
ponctuel exact; precies; punctueel; stipt; strikt klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
ponctuellement exact; precies; punctueel; stipt; strikt klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
précis accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; conscientieus; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; juist; klemmend; krek; met klem; met nadruk; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; omlijnd; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; trefzeker; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
scrupuleusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; conscientieus; consciëntieus; gewetensvol; klemmend; met klem; met nadruk; met zorg; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
scrupuleux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; conscientieus; consciëntieus; gewetensvol; integer; klemmend; met klem; met nadruk; met zorg; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onbesproken; onkreukbaar; precies; rechtschapen; scrupuleus; secuur; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
soigneusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; correct; gedetailleerd; goed; grondig; juist; met een scherp oog; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
soigneux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; conscientieus; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
soigné accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig angstvallig; beleefd; beschaafd; chic; consciëntieus; elegant; esthetisch; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gewetensvol; grondig; keurig; met zorg; modieuze verfijning; nauwlettend; netjes; onderhouden; ontwikkeld; proper; scrupuleus; smaakvol; stijlvol; verfijnd; verzorgd; voorkomend; voorzichtig; wellevend; welopgevoed; zorgvuldig
vigilant accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig aandachtig; ad rem; alert; hoede; oplettend; opmerkzaam; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker; zorgvuldig
à point bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
à temps bijtijds; op tijd; stipt; tijdig

Verwante woorden van "stipt":

  • stiptheid, stipter, stiptere, stiptst, stiptste


stipt vorm van stippen:

stippen werkwoord (stip, stipt, stipte, stipten, gestipt)

  1. stippen
    pointiller
    • pointiller werkwoord (pointille, pointilles, pointillons, pointillez, )

Conjugations for stippen:

o.t.t.
  1. stip
  2. stipt
  3. stipt
  4. stippen
  5. stippen
  6. stippen
o.v.t.
  1. stipte
  2. stipte
  3. stipte
  4. stipten
  5. stipten
  6. stipten
v.t.t.
  1. heb gestipt
  2. hebt gestipt
  3. heeft gestipt
  4. hebben gestipt
  5. hebben gestipt
  6. hebben gestipt
v.v.t.
  1. had gestipt
  2. had gestipt
  3. had gestipt
  4. hadden gestipt
  5. hadden gestipt
  6. hadden gestipt
o.t.t.t.
  1. zal stippen
  2. zult stippen
  3. zal stippen
  4. zullen stippen
  5. zullen stippen
  6. zullen stippen
o.v.t.t.
  1. zou stippen
  2. zou stippen
  3. zou stippen
  4. zouden stippen
  5. zouden stippen
  6. zouden stippen
en verder
  1. ben gestipt
  2. bent gestipt
  3. is gestipt
  4. zijn gestipt
  5. zijn gestipt
  6. zijn gestipt
diversen
  1. stip !
  2. stipt !
  3. gestipt
  4. stippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stippen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pointiller stippen bespikkelen; stippelen; stippellijnen trekken

Verwante woorden van "stippen":