Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- stipt:
- stippen:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor stipt:
- ponctuelle
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stipt (Nederlands) in het Frans
stipt:
-
stipt (op tijd; tijdig; bijtijds)
-
stipt (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; net)
précis; consciencieusement; exact; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
vigilant bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigneux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleux bijvoeglijk naamwoord
-
-
stipt (punctueel; strikt; precies; exact)
-
stipt (nauwgezet; nauwkeurig; precies)
avec précision-
avec précision bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stipt:
Verwante woorden van "stipt":
Wiktionary: stipt
stipt
Cross Translation:
adjective
-
Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
-
Qui est exact
-
Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude.
-
Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stipt | → ponctuel | ↔ pünktlich — zur vereinbarten Zeit |
stipt vorm van stippen:
-
stippen
pointiller-
pointiller werkwoord (pointille, pointilles, pointillons, pointillez, pointillent, pointillais, pointillait, pointillions, pointilliez, pointillaient, pointillai, pointillas, pointilla, pointillâmes, pointillâtes, pointillèrent, pointillerai, pointilleras, pointillera, pointillerons, pointillerez, pointilleront)
-
Conjugations for stippen:
o.t.t.
- stip
- stipt
- stipt
- stippen
- stippen
- stippen
o.v.t.
- stipte
- stipte
- stipte
- stipten
- stipten
- stipten
v.t.t.
- heb gestipt
- hebt gestipt
- heeft gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
v.v.t.
- had gestipt
- had gestipt
- had gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
o.t.t.t.
- zal stippen
- zult stippen
- zal stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
o.v.t.t.
- zou stippen
- zou stippen
- zou stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
en verder
- ben gestipt
- bent gestipt
- is gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
diversen
- stip !
- stipt !
- gestipt
- stippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stippen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pointiller | stippen | bespikkelen; stippelen; stippellijnen trekken |