Nederlands
Uitgebreide vertaling voor klokken (Nederlands) in het Frans
klokken:
-
klokken (de tijd opnemen; timen)
chronométrer-
chronométrer werkwoord (chronomètre, chronomètres, chronométrons, chronométrez, chronomètrent, chronométrais, chronométrait, chronométrions, chronométriez, chronométraient, chronométrai, chronométras, chronométra, chronométrâmes, chronométrâtes, chronométrèrent, chronométrerai, chronométreras, chronométrera, chronométrerons, chronométrerez, chronométreront)
-
-
klokken (klokgeluidjes maken)
glouglouter; faire glouglou-
glouglouter werkwoord (glougloute, glougloutes, glougloutons, glougloutez, glougloutent, glougloutais, glougloutait, glougloutions, glougloutiez, glougloutaient, glougloutai, glougloutas, glouglouta, glougloutâmes, glougloutâtes, glougloutèrent, glouglouterai, glouglouteras, glougloutera, glouglouterons, glouglouterez, glouglouteront)
-
faire glouglou werkwoord
-
Conjugations for klokken:
o.t.t.
- klok
- klokt
- klokt
- klokken
- klokken
- klokken
o.v.t.
- klokte
- klokte
- klokte
- klokten
- klokten
- klokten
v.t.t.
- heb geklokt
- hebt geklokt
- heeft geklokt
- hebben geklokt
- hebben geklokt
- hebben geklokt
v.v.t.
- had geklokt
- had geklokt
- had geklokt
- hadden geklokt
- hadden geklokt
- hadden geklokt
o.t.t.t.
- zal klokken
- zult klokken
- zal klokken
- zullen klokken
- zullen klokken
- zullen klokken
o.v.t.t.
- zou klokken
- zou klokken
- zou klokken
- zouden klokken
- zouden klokken
- zouden klokken
en verder
- ben geklokt
- bent geklokt
- is geklokt
- zijn geklokt
- zijn geklokt
- zijn geklokt
diversen
- klok!
- klokt!
- geklokt
- klokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de klokken
Vertaal Matrix voor klokken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cloches | klokken | druiloortjes; sufferdjes |
horloges | klokken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chronométrer | de tijd opnemen; klokken; timen | uitklokken |
faire glouglou | klokgeluidjes maken; klokken | |
glouglouter | klokgeluidjes maken; klokken |
Verwante woorden van "klokken":
klok:
Vertaal Matrix voor klok:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cloche | klok; pendule; uurwerk | bel; boerenhuis; deksel; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dop; einder; flierefluiter; geitenbreier; gezichtseinder; horizon; kaasstolp; kim; klokje; klooi; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leeghoofdje; leegloper; lijntrekker; luidklok; nietsnut; polshorloge; schel; slampamper; slapkous; stolp; stolphuis; stulpkooi; sufferdje; torenklok; zakhorloge; zakuurwerk |
horloge | klok; pendule; uurwerk | klokje; polshorloge; torenklok; zakhorloge; zakuurwerk |
pendule | klok; pendule; uurwerk | hangklok; klokje; polshorloge; wandklok; zakhorloge; zakuurwerk |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
horloge | systeemklok |
Verwante woorden van "klok":
Synoniemen voor "klok":
Verwante definities voor "klok":
Wiktionary: klok
klok
Cross Translation:
noun
-
Réunion de cloches accordées à différents tons
-
horloge
-
horloge d’appartement dont le mouvement régulariser par un pendule.
-
clochette dont on se servir pour appeler ou pour avertir.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• klok | → cloche | ↔ bell — percussive instrument |
• klok | → carillon | ↔ chime — musical instrument |
• klok | → horloge | ↔ clock — instrument to measure or keep track of time |