Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- vurigheid:
- vurig:
-
Wiktionary:
- vurigheid → impétuosité
- vurig → passionné, fervent, farouche, ardent
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vurigheid (Nederlands) in het Frans
vurigheid:
-
de vurigheid (temperament)
-
de vurigheid (passie; hartstocht; overgave; hartstochtelijkheid; vuur; gloed)
Vertaal Matrix voor vurigheid:
Verwante woorden van "vurigheid":
vurig:
-
vurig (fervent)
passionné; ardemment; fervent; fougueux; avec ferveur; ardent; passionnément-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
ardemment bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
avec ferveur bijvoeglijk naamwoord
-
ardent bijvoeglijk naamwoord
-
passionnément bijvoeglijk naamwoord
-
-
vurig (hartstochtelijk; gepassioneerd; temperamentvol; heetbloedig; stormachtig; warmbloedig)
passionné; passionnément; brûlant; ardemment; fougueux; enflammé; ardent; avec ferveur; fougueusement-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
passionnément bijvoeglijk naamwoord
-
brûlant bijvoeglijk naamwoord
-
ardemment bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
enflammé bijvoeglijk naamwoord
-
ardent bijvoeglijk naamwoord
-
avec ferveur bijvoeglijk naamwoord
-
fougueusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
vurig (brandend; warm; gloeiend; fel; hevig; fonkelend)
brûlant; enflammé; intense; de feu; avec ferveur; passionné; ardent; enthousiaste; fervent; ardemment-
brûlant bijvoeglijk naamwoord
-
enflammé bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
de feu bijvoeglijk naamwoord
-
avec ferveur bijvoeglijk naamwoord
-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
ardent bijvoeglijk naamwoord
-
enthousiaste bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
ardemment bijvoeglijk naamwoord
-
-
vurig (verhit)
ardent; passionné; enthousiaste; fervent; enflammé; ardemment; échauffé; avec ferveur-
ardent bijvoeglijk naamwoord
-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
enthousiaste bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
enflammé bijvoeglijk naamwoord
-
ardemment bijvoeglijk naamwoord
-
échauffé bijvoeglijk naamwoord
-
avec ferveur bijvoeglijk naamwoord
-
-
vurig (verhit)
enthousiaste; excité; enflammé; exalté-
enthousiaste bijvoeglijk naamwoord
-
excité bijvoeglijk naamwoord
-
enflammé bijvoeglijk naamwoord
-
exalté bijvoeglijk naamwoord
-
-
vurig (gepassioneerd; hartstochtelijk; heftig; met hevige passie)
passionnément; passionné; excité-
passionnément bijvoeglijk naamwoord
-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
excité bijvoeglijk naamwoord
-