Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- terugspringen:
-
Wiktionary:
- terugspringen → rebondir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor terugspringen (Nederlands) in het Frans
terugspringen:
terugspringen werkwoord (spring terug, springt terug, sprong terug, sprongen terug, teruggesprongen)
-
terugspringen
rebondir; sauter en arrière-
rebondir werkwoord (rebondis, rebondit, rebondissons, rebondissez, rebondissent, rebondissais, rebondissait, rebondissions, rebondissiez, rebondissaient, rebondîmes, rebondîtes, rebondirent, rebondirai, rebondiras, rebondira, rebondirons, rebondirez, rebondiront)
-
sauter en arrière werkwoord
-
Conjugations for terugspringen:
o.t.t.
- spring terug
- springt terug
- springt terug
- springen terug
- springen terug
- springen terug
o.v.t.
- sprong terug
- sprong terug
- sprong terug
- sprongen terug
- sprongen terug
- sprongen terug
v.t.t.
- ben teruggesprongen
- bent teruggesprongen
- is teruggesprongen
- zijn teruggesprongen
- zijn teruggesprongen
- zijn teruggesprongen
v.v.t.
- was teruggesprongen
- was teruggesprongen
- was teruggesprongen
- waren teruggesprongen
- waren teruggesprongen
- waren teruggesprongen
o.t.t.t.
- zal terugspringen
- zult terugspringen
- zal terugspringen
- zullen terugspringen
- zullen terugspringen
- zullen terugspringen
o.v.t.t.
- zou terugspringen
- zou terugspringen
- zou terugspringen
- zouden terugspringen
- zouden terugspringen
- zouden terugspringen
diversen
- spring terug!
- springt terug!
- teruggesprongen
- terugspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor terugspringen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rebondir | terugspringen | afstuiten; butsen; kaatsen; ketsen; opveren; terugstuiten |
sauter en arrière | terugspringen |
Wiktionary: terugspringen
terugspringen
verb
-
Faire un ou plusieurs bonds.