Nederlands
Uitgebreide vertaling voor teren (Nederlands) in het Frans
teren:
-
teren (met teer besmeren)
goudronner-
goudronner werkwoord (goudronne, goudronnes, goudronnons, goudronnez, goudronnent, goudronnais, goudronnait, goudronnions, goudronniez, goudronnaient, goudronnai, goudronnas, goudronna, goudronnâmes, goudronnâtes, goudronnèrent, goudronnerai, goudronneras, goudronnera, goudronnerons, goudronnerez, goudronneront)
-
Conjugations for teren:
o.t.t.
- teer
- teert
- teert
- teren
- teren
- teren
o.v.t.
- teerde
- teerde
- teerde
- teerden
- teerden
- teerden
v.t.t.
- heb geteerd
- hebt geteerd
- heeft geteerd
- hebben geteerd
- hebben geteerd
- hebben geteerd
v.v.t.
- had geteerd
- had geteerd
- had geteerd
- hadden geteerd
- hadden geteerd
- hadden geteerd
o.t.t.t.
- zal teren
- zult teren
- zal teren
- zullen teren
- zullen teren
- zullen teren
o.v.t.t.
- zou teren
- zou teren
- zou teren
- zouden teren
- zouden teren
- zouden teren
en verder
- ben geteerd
- bent geteerd
- is geteerd
- zijn geteerd
- zijn geteerd
- zijn geteerd
diversen
- teer!
- teert!
- geteerd
- terend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
teren (met teer insmeren)
le goudronnage
-
teren (met teer ingesmeerd)
Vertaal Matrix voor teren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
goudronnage | met teer insmeren; teren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
goudronner | met teer besmeren; teren | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
goudronné | met teer ingesmeerd; teren | geteerd |
Wiktionary: teren
teren
verb
-
met teer besmeren
- teren → goudronner