Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tabel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tabel (Nederlands) in het Frans

tabel:

tabel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tabel (lijst; tafel)
    le tableau; la table; la liste; l'index
    • tableau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • table [la ~] zelfstandig naamwoord
    • liste [la ~] zelfstandig naamwoord
    • index [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de tabel
    le tableau
    • tableau [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de tabel

Vertaal Matrix voor tabel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
index lijst; tabel; tafel hoofdboek; index; inhoud; inhoudsopgave; klapper; register; vingerling; wijsvinger
liste lijst; tabel; tafel index; inhoud; inhoudsopgave; lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; opnoeming; opsomming; overzicht; register; staat; staatje
table lijst; tabel; tafel eettafel; tafel; tafelgezelschap
tableau lijst; tabel; tafel afbeelden; afbeelding; beeld; bord; descriptie; doek; foto; illustratie; matrix; nadere beschrijving; omschrijving; paneel; plaat; plaat in boek of tijdschrift; plaatje; portret; prent; scene; schilderij; schildering; schilderstuk; schoolbord; schoorsteenstuk; tableau; tafereel; uitbeelding
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
table tabel

Verwante woorden van "tabel":

  • tabellen

Wiktionary: tabel

tabel
noun
  1. een geordende lijst met gegevens
tabel
noun
  1. désuet|fr bande, bordure.
  2. peinture|fr peinture déplaçable exécuter sur un panneau de bois, sur une plaque de cuivre, sur une toile tendue sur un châssis, etc.

Cross Translation:
FromToVia
tabel tableau table — grid of data in rows and columns