Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spellen (Nederlands) in het Frans
spellen:
-
spellen (de letters van een woord opnoemen)
Conjugations for spellen:
o.t.t.
- spel
- spelt
- spelt
- spellen
- spellen
- spellen
o.v.t.
- spelde
- spelde
- spelde
- spelden
- spelden
- spelden
v.t.t.
- heb gespeld
- hebt gespeld
- heeft gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
v.v.t.
- had gespeld
- had gespeld
- had gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
o.t.t.t.
- zal spellen
- zult spellen
- zal spellen
- zullen spellen
- zullen spellen
- zullen spellen
o.v.t.t.
- zou spellen
- zou spellen
- zou spellen
- zouden spellen
- zouden spellen
- zouden spellen
en verder
- ben gespeld
- bent gespeld
- is gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
diversen
- spel!
- spelt!
- gespeld
- spellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor spellen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
épeler | de letters van een woord opnoemen; spellen |
Verwante woorden van "spellen":
Wiktionary: spellen
spellen
Cross Translation:
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spellen | → épeler | ↔ spell — to write or say the letters that form a word |
• spellen | → épeler | ↔ spell — to compose a word |
spel:
-
het spel
-
het spel
-
het spel (game)
Vertaal Matrix voor spel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jeu | game; spel | beurt; concours; marge; partij; partijtje; pot; potje; rondje; speelruimte; speelwijze; speling; spelletje; stapel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje |
jeux | spel | |
match | spel | concours; match; partij; partijtje; pot; potje; strijd; wedstrijd; wedstrijdje |
partie | spel | aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; brok; component; deel; departement; detachement; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; sectie; segment; spelletje; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jeu vidéo | game; spel |
Verwante woorden van "spel":
Verwante definities voor "spel":
Wiktionary: spel
spel
Cross Translation:
noun
spel
-
een bezigheid ter ontspanning volgens vaste regels met elementen als competitie, behendigheid, inzicht en kans
- spel → jeu
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spel | → jeu | ↔ game — translations to be checked |
• spel | → jeu | ↔ game — to defeat the rules in order to obtain a result |
• spel | → jeu | ↔ play — playful activity |
• spel | → jeu | ↔ Spiel — Tätigkeit ohne Zweck und aus Freude, Spaß an ihr selbst, unterhaltende Beschäftigung, Kurzweil, im Unterschied zur Arbeit, Freizeitbeschäftigung |