Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontgoocheling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontgoocheling (Nederlands) in het Frans

ontgoocheling:

ontgoocheling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ontgoocheling (teleurstelling; desillusie)
    le désenchantement; la désillusion
  2. de ontgoocheling (afknapper)
    la banalité; le lieu commun

Vertaal Matrix voor ontgoocheling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banalité afknapper; ontgoocheling alledaagsheid; banaliteit; cliché; dooddoener; gemeenplaats; gewoonheid; platheid; platitude; platvloersheid; trivialiteit; vulgariteit
désenchantement desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
désillusion desillusie; ontgoocheling; teleurstelling fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
lieu commun afknapper; ontgoocheling cliché; dooddoener; gemeenplaats

Verwante woorden van "ontgoocheling":

  • ontgoochelingen

Wiktionary: ontgoocheling

ontgoocheling