Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- namelijk:
-
Wiktionary:
- namelijk → à savoir, c'est-à-dire
- namelijk → c’est-à-dire, nommément, c'est-à-dire, à savoir, assavoir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor namelijk (Nederlands) in het Frans
namelijk:
-
namelijk
à savoir; en effet; parce que; c'est-à-dire-
à savoir bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
parce que bijvoeglijk naamwoord
-
c'est-à-dire bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor namelijk:
Conjunction | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | immers | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | want | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
c'est-à-dire | namelijk | |
en effet | namelijk | 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; heus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; reëel; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zeker; zonder twijfel |
parce que | namelijk | doordat; want |
à savoir | namelijk |