Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- laten gaan:
-
Wiktionary:
- laten gaan → affranchir, dégager, libérer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor laten gaan (Nederlands) in het Frans
laten gaan:
-
laten gaan (loslaten; niet vasthouden)
lâcher; révéler-
lâcher werkwoord (lâche, lâches, lâchons, lâchez, lâchent, lâchais, lâchait, lâchions, lâchiez, lâchaient, lâchai, lâchas, lâcha, lâchâmes, lâchâtes, lâchèrent, lâcherai, lâcheras, lâchera, lâcherons, lâcherez, lâcheront)
-
révéler werkwoord (révèle, révèles, révélons, révélez, révèlent, révélais, révélait, révélions, révéliez, révélaient, révélai, révélas, révéla, révélâmes, révélâtes, révélèrent, révélerai, révéleras, révélera, révélerons, révélerez, révéleront)
-
-
laten gaan (niet vasthouden; laten lopen)
-
laten gaan (invrijheidstellen; loslaten; vrijlaten; amnestie verlenen)
amnistier; libérer-
amnistier werkwoord (amnistie, amnisties, amnistions, amnistiez, amnistient, amnistiais, amnistiait, amnistiions, amnistiiez, amnistiaient, amnistiai, amnistias, amnistia, amnistiâmes, amnistiâtes, amnistièrent, amnistierai, amnistieras, amnistiera, amnistierons, amnistierez, amnistieront)
-
libérer werkwoord (libère, libères, libérons, libérez, libèrent, libérais, libérait, libérions, libériez, libéraient, libérai, libéras, libéra, libérâmes, libérâtes, libérèrent, libérerai, libéreras, libérera, libérerons, libérerez, libéreront)
-
Conjugations for laten gaan:
o.t.t.
- laat gaan
- laat gaan
- laat gaan
- laten gaan
- laten gaan
- laten gaan
o.v.t.
- liet gaan
- liet gaan
- liet gaan
- lieten gaan
- lieten gaan
- lieten gaan
v.t.t.
- heb laten gaan
- hebt laten gaan
- heeft laten gaan
- hebben laten gaan
- hebben laten gaan
- hebben laten gaan
v.v.t.
- had laten gaan
- had laten gaan
- had laten gaan
- hadden laten gaan
- hadden laten gaan
- hadden laten gaan
o.t.t.t.
- zal laten gaan
- zult laten gaan
- zal laten gaan
- zullen laten gaan
- zullen laten gaan
- zullen laten gaan
o.v.t.t.
- zou laten gaan
- zou laten gaan
- zou laten gaan
- zouden laten gaan
- zouden laten gaan
- zouden laten gaan
diversen
- laat gaan!
- laat gaan!
- laten gaan
- gaan latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor laten gaan:
Wiktionary: laten gaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• laten gaan | → affranchir; dégager; libérer | ↔ free — make free |