Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor elf (Nederlands) in het Frans
elf:
Vertaal Matrix voor elf:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elfe | elf; elfje | |
esprit | elf; elfje | aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; genialiteit; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; temperament; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verschijning; verstand; vindingrijk vernuft |
fée | elf; elfje | fee; toverfee |
onze | elftal; voetbalelftal | |
petit elfe | elf; elfje | |
sylphe | elf; elfje | |
équipe | elf; elftal | afdeling; departement; detachement; elftal; equipe; partij; ploeg; sectie; tak; team; voetbalelftal |
- | fee; kabouter; nachtelfje | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
équipe | team | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onze | elf |
Verwante woorden van "elf":
Wiktionary: elf
elf
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elf | → onze | ↔ eleven — the cardinal number occurring after ten and before twelve |
• elf | → elfe; farfadet; lutin | ↔ elf — a magical being |