Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bout de pain
|
boterham; plak brood; snee; sneetje
|
|
coupure
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee; snijwond
|
aantekening; bankbiljet; briefje; coupure; inkeping; inkerving; kattebelletje; keep; kerf; kladbriefje; kladje; knipsel; krabbel; papiergeld; schrijfsel; sneetje; snijding; snijwondje; storing; uitknipsel
|
cran
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
|
driestheid; durf; gewaagdheid; kloekheid; koenheid; lef; moed; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
|
césure
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
|
cesuur; inkeping; inkerving; keep; kerf
|
encoche
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
|
barst; gat; groef; inkeping; inkerving; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; soort vink; split; uitsparing
|
entaille
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee; snijwond
|
gleuf; groef; groeve; inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede; kier; langwerpige uitholling; opening; sleuf; sneetje; snijwondje; soort vink
|
incision
|
inkeping; insnijding; jaap; snede; snee
|
inkeping; inkerving; keep; kerf
|
morceau
|
boterham; plak brood; snee; sneetje
|
aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; brok; brokstuk; component; deel; deeltje; diggel; element; fractie; ingrediënt; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; onderdeel; onderdeeltje; part; scherf; segment; splinter; stuk; suikerklontje; wrakstuk
|
tartine
|
boterham; plak brood; snee; sneetje
|
|
tranche
|
boterham; plak brood; snee; sneetje
|
moot; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
|
tranche de pain
|
boterham; plak brood; snee; sneetje
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tranche
|
|
band
|