Nederlands
Uitgebreide vertaling voor laveren (Nederlands) in het Frans
laveren:
-
laveren (schipperen)
naviguer; transiger; biaiser; louvoyer-
naviguer werkwoord (navigue, navigues, naviguons, naviguez, naviguent, naviguais, naviguait, naviguions, naviguiez, naviguaient, naviguai, naviguas, navigua, naviguâmes, naviguâtes, naviguèrent, naviguerai, navigueras, naviguera, naviguerons, naviguerez, navigueront)
-
transiger werkwoord
-
biaiser werkwoord (biaise, biaises, biaisons, biaisez, biaisent, biaisais, biaisait, biaisions, biaisiez, biaisaient, biaisai, biaisas, biaisa, biaisâmes, biaisâtes, biaisèrent, biaiserai, biaiseras, biaisera, biaiserons, biaiserez, biaiseront)
-
louvoyer werkwoord (louvoie, louvoies, louvoyons, louvoyez, louvoient, louvoyais, louvoyait, louvoyions, louvoyiez, louvoyaient, louvoyai, louvoyas, louvoya, louvoyâmes, louvoyâtes, louvoyèrent, louvoierai, louvoieras, louvoiera, louvoierons, louvoierez, louvoieront)
-
-
laveren (tegen de wind in varen; kruisen)
barrer; contrecarrer; louvoyer; aller à l'encontre de-
barrer werkwoord (barre, barres, barrons, barrez, barrent, barrais, barrait, barrions, barriez, barraient, barrai, barras, barra, barrâmes, barrâtes, barrèrent, barrerai, barreras, barrera, barrerons, barrerez, barreront)
-
contrecarrer werkwoord (contrecarre, contrecarres, contrecarrons, contrecarrez, contrecarrent, contrecarrais, contrecarrait, contrecarrions, contrecarriez, contrecarraient, contrecarrai, contrecarras, contrecarra, contrecarrâmes, contrecarrâtes, contrecarrèrent, contrecarrerai, contrecarreras, contrecarrera, contrecarrerons, contrecarrerez, contrecarreront)
-
louvoyer werkwoord (louvoie, louvoies, louvoyons, louvoyez, louvoient, louvoyais, louvoyait, louvoyions, louvoyiez, louvoyaient, louvoyai, louvoyas, louvoya, louvoyâmes, louvoyâtes, louvoyèrent, louvoierai, louvoieras, louvoiera, louvoierons, louvoierez, louvoieront)
-
aller à l'encontre de werkwoord
-
Conjugations for laveren:
o.t.t.
- laveer
- laveert
- laveert
- laveren
- laveren
- laveren
o.v.t.
- laveerde
- laveerde
- laveerde
- laveerden
- laveerden
- laveerden
v.t.t.
- heb gelaveerd
- hebt gelaveerd
- heeft gelaveerd
- hebben gelaveerd
- hebben gelaveerd
- hebben gelaveerd
v.v.t.
- had gelaveerd
- had gelaveerd
- had gelaveerd
- hadden gelaveerd
- hadden gelaveerd
- hadden gelaveerd
o.t.t.t.
- zal laveren
- zult laveren
- zal laveren
- zullen laveren
- zullen laveren
- zullen laveren
o.v.t.t.
- zou laveren
- zou laveren
- zou laveren
- zouden laveren
- zouden laveren
- zouden laveren
en verder
- ben gelaveerd
- bent gelaveerd
- is gelaveerd
- zijn gelaveerd
- zijn gelaveerd
- zijn gelaveerd
diversen
- laveer!
- laveert!
- gelaveerd
- laverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
laveren
le louvoyement
Vertaal Matrix voor laveren:
Wiktionary: laveren
laveren
Cross Translation:
verb
laveren
-
bij tegenwind zigzagswijze opzeilen
- laveren → louvoyer
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• laveren | → manœuvrer | ↔ maneuver — to move (something) carefully, and often with difficulty, into a certain position |
• laveren | → louvoyer | ↔ lavieren — intransitiv, seemannssprachlich, veraltet: seitlings gegen den Wind segeln |
Frans
Uitgebreide vertaling voor laveren (Frans) in het Nederlands
laveren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- lave: lava; stollingsgesteente; vulkanisch gesteente
- rené: herboren
- lavé: witgewasssen
- laver: wassen; uitwassen; schoonmaken; schoonpoetsen; afspoelen; zuiveren; vrijspreken; vrijpleiten; dechargeren; onschuldig verklaren; reinigen; kuisen; klaren; louteren; in zedelijk opzicht zuiveren; schrobben; boenen; schoonwassen; afschrobben; schoonboenen; afboenen; schoonschrobben