Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dofheid (Nederlands) in het Frans
dof:
-
dof (glansloos; mat; beslagen)
mat; terne; sans éclat-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
sans éclat bijvoeglijk naamwoord
-
-
dof (versuft; soezerig; suf; geesteloos; mat; daas)
-
dof (niet helder; mat; flets)
Vertaal Matrix voor dof:
Verwante woorden van "dof":
Synoniemen voor "dof":
Antoniemen van "dof":
Verwante definities voor "dof":
Wiktionary: dofheid
dofheid
noun
-
diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
- abattement → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid
-
(vieilli) état d’une âme qui n’est susceptible d’aucune émotion.