Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. paal:
  2. palen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paal (Nederlands) in het Frans

paal:

paal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de paal (mast)
    le pilier; le mât
    • pilier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mât [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mât mast; paal klimpaal; klimpijp; klimstok; tentstok
pilier mast; paal kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte; pijler; pilaar; steunpaal; zuil

Verwante woorden van "paal":

  • palen, paaltje, paaltjes

Wiktionary: paal

paal
noun
  1. een langwerpig stuk materiaal dat in de grond staat
  2. (informeel) een stijve penis
  3. een doelpaal
  4. (heraldiek) een loodrechte band midden over een wapenschild
paal
noun
  1. pièce de bois, de métal, etc., étroite et longue.
  2. barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
  3. Morceau de bois assez long
  4. Grande perche.
  5. Gros bâton
  6. Longue pièce de bois
  7. pièce de bois de charpente, posée debout.
  8. Bâton pour soutenir un cep de vigne

Cross Translation:
FromToVia
paal pal pale — heraldry: vertical band
paal perche pole — long and slender object
paal appui; étançon stanchion — vertical pole, post or support

paal vorm van palen:

palen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de palen (masten)
    le poteaux; le pilotis; le mâts
    • poteaux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pilotis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mâts [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor palen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mâts masten; palen
pilotis masten; palen gehei
poteaux masten; palen

Verwante woorden van "palen":