Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gevoeligheid (Nederlands) in het Frans

gevoeligheid:

gevoeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gevoeligheid (aandoenlijkheid)
    la sensibilité; le pathétique; la susceptibilité; la sensitivité; le caractère émouvant
  2. de gevoeligheid (kwetsbaarheid)
    la vulnérabilité; la sensibilité; la faiblesse; la susceptibilité
  3. de gevoeligheid (vatbaarheid; zwakte)
    la sensibilité
  4. de gevoeligheid (fijngevoeligheid; teergevoeligheid)
    la susceptibilité; la grande sensibilité; la sensitivité; la finesse d'esprit
  5. de gevoeligheid (emotionaliteit)
    l'émotivité
  6. de gevoeligheid (tederheid; zachtheid; liefkozing; innigheid; hartelijkheid)
    la passion; la tendresse; la douceur

Vertaal Matrix voor gevoeligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caractère émouvant aandoenlijkheid; gevoeligheid
douceur gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid clementie; compassie; goedertierenheid; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; mildheid; toegevendheid; weekheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid; zoetheid
faiblesse gevoeligheid; kwetsbaarheid broosheid; flauwte; futloosheid; gebrek; geen kracht hebben; impotentie; katzwijm; krachteloosheid; laksheid; loomheid; machteloosheid; manco; matheid; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; teerheid; weekheid; weekte; weerloosheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte; zwijm
finesse d'esprit fijngevoeligheid; gevoeligheid; teergevoeligheid
grande sensibilité fijngevoeligheid; gevoeligheid; teergevoeligheid
passion gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid animo; belangstelling; bevlogenheid; bezetenheid; bezieling; devotie; drift; enthousiasme; fascinatie; felheid; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; ijver; intensiteit; interesse; inzet; jool; kracht; leut; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; toegewijdheid; toewijding; trouw; verlangen; verliefdheid; vurigheid; vuur; wellust; wens; zin; zorgzaamheid
pathétique aandoenlijkheid; gevoeligheid pathos
sensibilité aandoenlijkheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid; vatbaarheid; zwakte gebrek; gevoel; lichamelijkheid; manco; ontvankelijkheid; openheid; sensitiviteit; sentiment; teerheid; vleselijkheid; zintuiglijke gevoeligheid; zwakheid
sensitivité aandoenlijkheid; fijngevoeligheid; gevoeligheid; teergevoeligheid
susceptibilité aandoenlijkheid; fijngevoeligheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid; teergevoeligheid geprikkeldheid; geraaktheid; lichtgeraaktheid; ontvankelijkheid; openheid; prikkelbaarheid; sensitiviteit; zintuiglijke gevoeligheid
tendresse gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid genegenheid; goedaardigheid; innigheid; intimiteit; liefde; vertrouwelijkheid
vulnérabilité gevoeligheid; kwetsbaarheid beveiligingsprobleem; hulpeloosheid
émotivité emotionaliteit; gevoeligheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pathétique melodramatisch; pathetisch

Verwante woorden van "gevoeligheid":


Wiktionary: gevoeligheid

gevoeligheid
noun
  1. een aandoenlijkheid
  2. de nauwkeurigheid van instrumenten
  3. de spanning van een film
gevoeligheid
noun
  1. qualité par laquelle un sujet est sensible aux impressions physiques.

gevoeligheid vorm van gevoelig:

gevoelig bijvoeglijk naamwoord

  1. gevoelig (vatbaar; teergevoelig)
    susceptible; sensible
  2. gevoelig (emotioneel)
    émotionnel; ému; touché; émotif; sensible; d'une manière émotive
  3. gevoelig (lichtgeraakt; humeurig; aangebrand; korzelig)
    sensible; grincheux; susceptible; sensiblement; grognon; irascible; irritable; grondeur; excitable
  4. gevoelig (sensitief)
    sensitif
  5. gevoelig (sentimenteel; gevoelvol)
    sentimental; tendre; sensitif; sentimentalement

Vertaal Matrix voor gevoelig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grincheux chagrijn; chagrijnen; spelbreker; zuurpruim; zuurpruimen
grognon brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
sensible waarneembaarheid
sentimental gevoelsmens
émotif gevoelsmens
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tendre aangeven; aanreiken; geven; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; strak maken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
d'une manière émotive emotioneel; gevoelig aangrijpend; adembenemend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; meeslepend; ontroerend; opwindend; pakkend; roerend; sensationeel; spannend; zinderend
excitable aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; kregel; pissig; prikkelbaar
grincheux aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt beklagend; bokkig; brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; humeurig; knorrig; korzelig; misnoegd; mopperig; negatief; nors; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig; zeurderig
grognon aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; korzelig; mopperig; nors; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
grondeur aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt chagrijnig; gemelijk; knorrig; korzelig; nors; nurks; stuurs; wrevelig
irascible aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; chagrijnig; gemelijk; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig; humeurig; knorrig; kortaf; korzelig; kregel; kregelig; kribbig; nors; nurks; pissig; prikkelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; snauwend; stuurs; wrevelig
irritable aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; boos; furieus; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; heetbloedig; heethoofdig; kregel; kwaad; kwalijknemend; nijdig; pissig; prikkelbaar; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend
sensible aangebrand; emotioneel; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt; teergevoelig; vatbaar aangebrand; aanraakbaar; concreet; duidelijk; fijngevoelig; fijnzinnig; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; grijpbaar; konkreet; kregel; kwalijknemend; ontvankelijk; openstaand; pijnlijk; pissig; prikkelbaar; sensueel; stoffelijk; tastbaar; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; vatbaar; voelbaar; weekhartig; wulps; zeer; zinlijk
sensiblement aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt kwalijknemend
sensitif gevoelig; gevoelvol; sensitief; sentimenteel sensueel; wulps; zinlijk
sentimental gevoelig; gevoelvol; sentimenteel amoureuze
sentimentalement gevoelig; gevoelvol; sentimenteel
susceptible aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt; teergevoelig; vatbaar aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; kwalijknemend; ontvankelijk; openstaand; pissig; prikkelbaar; slap; vatbaar; zwak
tendre gevoelig; gevoelvol; sentimenteel breekbaar; broos; clement; delicaat; diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; genadig; goedhartig; iel; innig; intens; kwetsbaar; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mak; mild; rank; slank; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vergevingsgezind; verzoenend; weekhartig; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zwak
touché emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeschoten; aangeslagen; bewogen; gekwetst; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelvol; gewond; geëmotioneerd; kapot van; onthutst; ontroerd; ontsteld; paf; perplex
émotif emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; aangrijpend; adembenemend; boeiend; emotioneel; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; hartroerend; hartveroverend; kapot van; meeslepend; ontroerd; ontroerend; opwindend; pakkend; roerend; sensationeel; spannend; zinderend
émotionnel emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; aangrijpend; adembenemend; boeiend; emotioneel; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; hartroerend; hartveroverend; kapot van; meeslepend; ontroerend; opwindend; pakkend; roerend; sensationeel; spannend; zinderend
ému emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelvol; geëmotioneerd; kapot van; ontroerd

Verwante woorden van "gevoelig":

  • gevoeligheid, gevoeliger, gevoeligere, gevoeligst, gevoeligste, gevoelige

Wiktionary: gevoelig

gevoelig
adjective
  1. Qui est d’une très grande finesse, très délié.
  2. à trier

Cross Translation:
FromToVia
gevoelig aiguë; aigu acute — sensitive
gevoelig sentimental feeling — emotionally sensitive
gevoelig sensible sensible — able to feel or perceive
gevoelig tendre tender — sensitive or painful

Verwante vertalingen van gevoeligheid