Nederlands
Uitgebreide vertaling voor struis (Nederlands) in het Frans
struis:
-
de struis (struisvogel)
-
struis (zwaargebouwd; massief; zwaar; potig; robuust; fors)
fortement charpenté; bien charpentée; bien baraqué; fortement charpentée; bien charpenté; de forte carrure-
fortement charpenté bijvoeglijk naamwoord
-
bien charpentée bijvoeglijk naamwoord
-
bien baraqué bijvoeglijk naamwoord
-
fortement charpentée bijvoeglijk naamwoord
-
bien charpenté bijvoeglijk naamwoord
-
de forte carrure bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor struis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
autruche | struis; struisvogel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bien baraqué | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
bien charpenté | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
bien charpentée | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
de forte carrure | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
fortement charpenté | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
fortement charpentée | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd |