Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: procédé

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: procédé

Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. procédé:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. procéder:
  2. procédé:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor procédé (Nederlands) in het Frans

procedé:


Synoniemen voor "procedé":


Verwante definities voor "procedé":

  1. handelingen die je achter elkaar uitvoert om iets te maken1
    • ze hebben een nieuw procedé om die fundering te maken1

procédé:

procédé [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het procédé (methode; aanpak)
    l'approche; le procédé; la méthode

Vertaal Matrix voor procédé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approche aanpak; methode; procédé aanpak; arbeidsmethodiek; benadering; benaderingswijze; in aantocht; invalshoek; methode; naderen; nadering; op komen zetten; opmars; optiek; tegemoetkomen; voortgang; werkmethode; werkwijze
méthode aanpak; methode; procédé aanpak; arbeidsmethodiek; handelwijze; manier; methode; procedure; trant; werkmethode; werkwijze; wijs; wijze
procédé aanpak; methode; procédé aanpak; arbeidsmethodiek; handelwijze; manier; methode; procedure; trant; werkmethode; werkwijze; wijs; wijze

Wiktionary: procédé

procédé
noun
  1. conduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.
  2. Traductions à trier suivant le sens



Frans

Uitgebreide vertaling voor procédé (Frans) in het Nederlands

procéder:

procéder werkwoord (procède, procèdes, procédons, procédez, )

  1. procéder (s'y prendre; opérer; faire marcher; )
    werken; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; optreden; handelen; leven
    • werken werkwoord (werk, werkt, werkte, werkten, gewerkt)
    • opereren werkwoord (opereer, opereert, opereerde, opereerden, geopereerd)
    • manipuleren werkwoord
    • te werk gaan werkwoord (ga te werk, gaat te werk, ging te werk, gingen te werk, te werk gegaan)
    • procederen werkwoord (procedeer, procedeert, procedeerde, procedeerden, geprocedeerd)
    • optreden werkwoord (treed op, treedt op, trad op, traden op, opgetreden)
    • handelen werkwoord (handel, handelt, handelde, handelden, gehandeld)
    • leven werkwoord (leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)

Conjugations for procéder:

Présent
  1. procède
  2. procèdes
  3. procède
  4. procédons
  5. procédez
  6. procèdent
imparfait
  1. procédais
  2. procédais
  3. procédait
  4. procédions
  5. procédiez
  6. procédaient
passé simple
  1. procédai
  2. procédas
  3. procéda
  4. procédâmes
  5. procédâtes
  6. procédèrent
futur simple
  1. procéderai
  2. procéderas
  3. procédera
  4. procéderons
  5. procéderez
  6. procéderont
subjonctif présent
  1. que je procède
  2. que tu procèdes
  3. qu'il procède
  4. que nous procédions
  5. que vous procédiez
  6. qu'ils procèdent
conditionnel présent
  1. procéderais
  2. procéderais
  3. procéderait
  4. procéderions
  5. procéderiez
  6. procéderaient
passé composé
  1. ai procédé
  2. as procédé
  3. a procédé
  4. avons procédé
  5. avez procédé
  6. ont procédé
divers
  1. procède!
  2. procédez!
  3. procédons!
  5. procédé
  6. procédant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor procéder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handelen action; le fait d'agir
leven bousculade; brouhaha; bruit; chahut; charivari; cohue; effervescence; existence; presse; présence; réalité; tapage; tumulte; vacarme; vie; émoi
optreden attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
werken conséquence; effet; fonctionnement; impact; implication
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handelen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre accomplir; agir; exécuter; faire; faire du commerce; opérer; réaliser; s'acquitter de
leven agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre demeurer; exister; habiter; héberger; loger; résider; siéger; séjourner; vivre
manipuleren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre manipuler
opereren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
optreden agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre faire du théâtre; jouer; présenter un spectacle; se produire
procederen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
te werk gaan agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
werken agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre effectuer; exécuter; réaliser; travailler

Synoniemen voor "procéder":


Wiktionary: procéder

procéder
verb
  1. provenir, tirer son origine.
Cross Translation:
FromToVia
• procéder → voortkomen; afkomstig zijn van ↔ proceed — come forth as a source or origin
• procéder → doorgaan; verdergaan ↔ proceed — go on in an orderly or regulated manner

procédé:

procédé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le procédé (méthode; manière; façon; )
    de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le procédé (méthode de travail; méthode; approche)
    de methode; de werkwijze; de aanpak; arbeidsmethodiek; de werkmethode
  3. le procédé (approche; méthode)
    de methode; de aanpak; het procédé
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanpak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procédé [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor procédé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanpak approche; méthode; méthode de travail; procédé
arbeidsmethodiek approche; méthode; méthode de travail; procédé
handelwijze façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
manier façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
methode approche; façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; méthode de travail; procédure; procédé méthode
procedure façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé affaire judiciaire; procès; procédure
procédé approche; méthode; procédé
trant façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé
werkmethode approche; méthode; méthode de travail; procédé
werkwijze approche; méthode; méthode de travail; procédé
wijs façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé air; ballade; chanson; chant; mélodie
wijze façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé homme de science; savant; scientifique; titulaire d'une maîtrise; universitaire
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wijs astucieux; cultivé; d'une façon géniale; d'une manière sensée; de génie; délirant; dément; fabuleux; fantastique; fou; génial; habile; instruit; intelligemment; intelligent; lettré; lunatique; malin; qui a beaucoup lu; qui a fait des études supérieures; raisonnable; raisonnablement; sage; sagement; savant; sensé; sensément; très savant; érudit

Synoniemen voor "procédé":


Wiktionary: procédé

procédé
noun
  1. conduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.
Cross Translation:
FromToVia
• procédé → procedure ↔ procedure — method for performing a task

Verwante vertalingen van procédé







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0690 seconde
Page rendered in 1.0 seconds