Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plonzen (Nederlands) in het Frans
plonzen:
-
plonzen
plonger; jeter à l'eau; faire un plongeon; tomber en faisant un bruit sourd-
plonger werkwoord (plonge, plonges, plongeons, plongez, plongent, plongeais, plongeait, plongions, plongiez, plongeaient, plongeai, plongeas, plongea, plongeâmes, plongeâtes, plongèrent, plongerai, plongeras, plongera, plongerons, plongerez, plongeront)
-
jeter à l'eau werkwoord
-
faire un plongeon werkwoord
-
tomber en faisant un bruit sourd werkwoord
-
Conjugations for plonzen:
o.t.t.
- plons
- plonst
- plonst
- plonzen
- plonzen
- plonzen
o.v.t.
- plonsde
- plonsde
- plonsde
- plonsden
- plonsden
- plonsden
v.t.t.
- heb geplonsd
- hebt geplonsd
- heeft geplonsd
- hebben geplonsd
- hebben geplonsd
- hebben geplonsd
v.v.t.
- had geplonsd
- had geplonsd
- had geplonsd
- hadden geplonsd
- hadden geplonsd
- hadden geplonsd
o.t.t.t.
- zal plonzen
- zult plonzen
- zal plonzen
- zullen plonzen
- zullen plonzen
- zullen plonzen
o.v.t.t.
- zou plonzen
- zou plonzen
- zou plonzen
- zouden plonzen
- zouden plonzen
- zouden plonzen
en verder
- ben geplonsd
- bent geplonsd
- is geplonsd
- zijn geplonsd
- zijn geplonsd
- zijn geplonsd
diversen
- plons!
- plonst!
- geplonsd
- plonzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor plonzen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
faire un plongeon | plonzen | |
jeter à l'eau | plonzen | |
plonger | plonzen | dippen; dompelen; dompen; kantelen; kiepen; neerduiken; omver kiepen; onderdompelen; onderduwen |
tomber en faisant un bruit sourd | plonzen |
Verwante woorden van "plonzen":
Wiktionary: plonzen
plonzen vorm van plons:
-
de plons
Vertaal Matrix voor plons:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flac | plons | |
floc | plons | bons; pof |
paquet d'eau | plons | |
plouf | plons | bons; pof |
Verwante woorden van "plons":
Computer vertaling door derden: