Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overhevelen (Nederlands) in het Frans
overhevelen:
-
overhevelen (overtappen)
déverser; transvaser-
déverser werkwoord (déverse, déverses, déversons, déversez, déversent, déversais, déversait, déversions, déversiez, déversaient, déversai, déversas, déversa, déversâmes, déversâtes, déversèrent, déverserai, déverseras, déversera, déverserons, déverserez, déverseront)
-
transvaser werkwoord (transvase, transvases, transvasons, transvasez, transvasent, transvasais, transvasait, transvasions, transvasiez, transvasaient, transvasai, transvasas, transvasa, transvasâmes, transvasâtes, transvasèrent, transvaserai, transvaseras, transvasera, transvaserons, transvaserez, transvaseront)
-
Conjugations for overhevelen:
o.t.t.
- hevel over
- hevelt over
- hevelt over
- hevelen over
- hevelen over
- hevelen over
o.v.t.
- hevelde over
- hevelde over
- hevelde over
- hevelden over
- hevelden over
- hevelden over
v.t.t.
- heb overgeheveld
- hebt overgeheveld
- heeft overgeheveld
- hebben overgeheveld
- hebben overgeheveld
- hebben overgeheveld
v.v.t.
- had overgeheveld
- had overgeheveld
- had overgeheveld
- hadden overgeheveld
- hadden overgeheveld
- hadden overgeheveld
o.t.t.t.
- zal overhevelen
- zult overhevelen
- zal overhevelen
- zullen overhevelen
- zullen overhevelen
- zullen overhevelen
o.v.t.t.
- zou overhevelen
- zou overhevelen
- zou overhevelen
- zouden overhevelen
- zouden overhevelen
- zouden overhevelen
en verder
- ben overgeheveld
- bent overgeheveld
- is overgeheveld
- zijn overgeheveld
- zijn overgeheveld
- zijn overgeheveld
diversen
- hevel over!
- hevelt over!
- overgeheveld
- overhevelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overhevelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
déverser | overhevelen; overtappen | afrollen; afscheiden; afvoeren; doen wegvloeien; gieten; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lozen; ontrollen; schenken; spuien; uit de weg gaan; uitgieten; uitrollen; uitscheiden; uitschenken; uitstorten; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitwijken; water afvoeren; water lozen |
transvaser | overhevelen; overtappen | overgieten; overschenken; overstorten |
Wiktionary: overhevelen
overhevelen
verb
-
transporter, porter quelque chose d’un lieu à un autre, faire passer d’un lieu à un autre.