Farce: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

farce:
- farce; vaudeville; bouffonnerie; spectacle railleur
Wiktionary:
- farce → facétie, saynète

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

farce:
- farce; klucht; dwaze vertoning; humor; geestigheid; plezier; pret; lol; jolijt; gein; leut; keet; grap; uiting van vrolijkheid; aardigheid; koddig verhaal
Wiktionary:
- farce → klucht, streek, grap

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor farce (Nederlands) in het Frans

farce:

farce [de ~] zelfstandig naamwoord

de farce (dwaze vertoning; klucht)
la farce; le vaudeville; la bouffonnerie
- farce [la ~] zelfstandig naamwoord
- vaudeville [le ~] zelfstandig naamwoord
- bouffonnerie [la ~] zelfstandig naamwoord
de farce (schertsvertoning)
le spectacle railleur
- spectacle railleur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor farce:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bouffonnerie	dwaze vertoning; farce; klucht	dwaasheid; gein; gekheid; gekkigheid; gekte; grappigheid; idioterie; jolijt; keet; kinderachtigheid; kluchtigheid; koddigheid; leut; lol; malheid; plezier; pret; snaaksheid; vermakelijkheid; zotheid
farce	dwaze vertoning; farce; klucht	aardigheid; geestigheid; gein; grap; humor; jolijt; keet; klucht; koddig verhaal; leut; lol; plezier; pret; uiting van vrolijkheid
spectacle railleur	farce; schertsvertoning
vaudeville	dwaze vertoning; farce; klucht	blijspel; klucht; kluchtigheid; koddigheid
-	schijnvertoning

Verwante woorden van "farce":

farcen, farces

Synoniemen voor "farce":

schijnvertoning

Verwante definities voor "farce":

het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn¹
- de diplomering was een farce¹

Wiktionary: farce

farce

noun

plaisanterie plus ou moins subtile que l’on dire ou faire pour divertir, pour faire rire.
- facétie → grap; farce
théâtre|fr Petite pièce bouffonner du théâtre espagnol.
- saynète → farce; klucht

Frans

Uitgebreide vertaling voor farce (Frans) in het Nederlands

farce:

farce [la ~] zelfstandig naamwoord

la farce (bouffonnerie; vaudeville)
de farce; de klucht; dwaze vertoning
- farce [de ~] zelfstandig naamwoord
- klucht [de ~] zelfstandig naamwoord
- dwaze vertoning [znw.] zelfstandig naamwoord
la farce (humour; drôlerie; folie; boutade; esprit; blague; plaisanterie; badinage; sottise; comique; rigolade; trait d'esprit)
de humor; de geestigheid
- humor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geestigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la farce (allégresse; plaisir; joie; belle humeur; plaisanterie; folie; stupidité; blague; rigolade; cocasserie; bordel; raillerie; gaieté; sottise; bouffonnerie; satisfaction; bêtise; réjouissance; badinage; cris d'allégresse)
het plezier; de pret; de lol; de jolijt; de gein; de leut; de keet
- plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
- pret [de ~] zelfstandig naamwoord
- lol [de ~] zelfstandig naamwoord
- jolijt [de ~] zelfstandig naamwoord
- gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leut [de ~] zelfstandig naamwoord
- keet [de ~] zelfstandig naamwoord
la farce (drôlerie; rigolade; esprit; humour; blague; plaisanterie; folie; sottise; comique; boutade; badinage; trait d'esprit)
de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid
- gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- grap [de ~] zelfstandig naamwoord
- uiting van vrolijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la farce
de klucht; koddig verhaal
- klucht [de ~] zelfstandig naamwoord
- koddig verhaal [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor farce:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aardigheid	badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit	amabilité; badinage; blague; boutade; cadeau; canard; cocasserie; contentement; courtoisie; don; dons; gentillesse; histoire drôle; hospitalité; joie; petit cadeau; petit rien; plaisanterie; plaisir; présent; raillerie; rigolade; satisfaction; trait d'esprit
dwaze vertoning	bouffonnerie; farce; vaudeville
farce	bouffonnerie; farce; vaudeville	spectacle railleur
geestigheid	badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
gein	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; esprit; farce; folie; gaieté; humour; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit	badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; trait d'esprit
grap	badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit	blague; boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
humor	badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
jolijt	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance; satisfaction
keet	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; baraque; baraque de chantier; bonne humeur; bordel; cabine; chaos; chaumière; chienlit; confusion; divertissement; décharge; désordre; embrouillage; enjouement; gaieté; grande joie; grange; hangar; humeur joyeuse; joie; jovialité; pagaille; pagaïe; plaisir; remise; réjouissance
klucht	bouffonnerie; farce; vaudeville	comédie; pièce de théâtre; spectacle; vaudeville
koddig verhaal	farce
leut	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle
lol	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance
plezier	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; contentement; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
pret	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; gaieté; joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
uiting van vrolijkheid	badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit

Synoniemen voor "farce":

attrape; blague; bateau; leurre; malice; piège; ruse; mystification; duperie; tromperie; bouffonnerie; joyeuseté; plaisanterie; drôlerie; arlequinade; clownerie; rigolade; batelage; comédie; spectacle; parodie; sottie; pièce; vaudeville; proverbe; saynète; sketch; burlesque; hachis; facétie; astuce; bouffe; galéjade; niche; boulette; croquette; quenelle; canular; imposture; supercherie; pantalonnade; subterfuge; hypocrisie; boutade; pitrerie; lazzi; raillerie; humour; mensonge; falsification; artifice; feinte; tour; tricherie

Wiktionary: farce

Cross Translation:

From	To	Via
• farce	→ klucht	↔ farce — style of humor
• farce	→ streek; grap	↔ prank — practical joke or mischievous trick

Verwante vertalingen van farce

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: farce

Uitgebreide vertaling voor farce (Nederlands) in het Frans

farce:

farce [de ~] zelfstandig naamwoord

de farce (dwaze vertoning; klucht)

de farce (schertsvertoning)

Vertaal Matrix voor farce:

Verwante woorden van "farce":

Synoniemen voor "farce":

Verwante definities voor "farce":

Wiktionary: farce

Uitgebreide vertaling voor farce (Frans) in het Nederlands

farce:

farce [la ~] zelfstandig naamwoord

la farce (bouffonnerie; vaudeville)

la farce (humour; drôlerie; folie; boutade; esprit; blague; plaisanterie; badinage; sottise; comique; rigolade; trait d'esprit)

la farce (allégresse; plaisir; joie; belle humeur; plaisanterie; folie; stupidité; blague; rigolade; cocasserie; bordel; raillerie; gaieté; sottise; bouffonnerie; satisfaction; bêtise; réjouissance; badinage; cris d'allégresse)

la farce (drôlerie; rigolade; esprit; humour; blague; plaisanterie; folie; sottise; comique; boutade; badinage; trait d'esprit)

la farce

Vertaal Matrix voor farce:

Synoniemen voor "farce":

Wiktionary: farce

Verwante vertalingen van farce