Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: afgrijzen

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: afgrijzen

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

afgrijzen:
- dégoût; aversion; répulsion
Wiktionary:
- afgrijzen → abomination, aversion, dégoût, répulsion

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgrijzen (Nederlands) in het Frans

afgrijzen:

afgrijzen [het ~] zelfstandig naamwoord

het afgrijzen (walging; weerzin; gruwen)
le dégoût; l'aversion; la répulsion
- dégoût [le ~] zelfstandig naamwoord
- aversion [la ~] zelfstandig naamwoord
- répulsion [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afgrijzen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aversion	afgrijzen; gruwen; walging; weerzin	afkeer; afstoten; antipathie; aversie; haat; hekel; onwil; tegenzin; weerspannigheid; weerzin
dégoût	afgrijzen; gruwen; walging; weerzin	gruwel; iets wat afschuw opwekt; verschrikking
répulsion	afgrijzen; gruwen; walging; weerzin	afkeer; afstotelijkheid; afstoten; antipathie; aversie; hekel; tegenzin; weerzin

Wiktionary: afgrijzen

afgrijzen

noun

horreur, dégoût qu’on ressentir pour une personne ou une chose.
- abomination → afgrijzen; afschrik; afschuw; weerzin; gruwel; gruweldaad; verschrikking
Violente antipathie, répugnance.
- aversion → afgrijzen; afschrik; afschuw; weerzin
manque de goût, d’appétit.
- dégoût → afgrijzen; afschrik; afschuw; weerzin
physique|fr action de repousser, état de ce qui est repoussé.
- répulsion → afgrijzen; afschrik; afschuw; weerzin

Verwante vertalingen van afgrijzen

door afgrijzen bevangen worden