Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- verstrikken:
-
Wiktionary:
- verstrikken → emberlificotage
- verstrikken → emberlificoter, empêtrer, entortiller
- verstrikken → coincer, entourlouper
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verstrikken (Nederlands) in het Frans
verstrikken:
-
verstrikken (grijpen; pakken; vangen; vatten; klauwen)
prendre; saisir; entendre; attraper; prendre au piège; pincer; s'emparer de-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
saisir werkwoord (saisis, saisit, saisissons, saisissez, saisissent, saisissais, saisissait, saisissions, saisissiez, saisissaient, saisîmes, saisîtes, saisirent, saisirai, saisiras, saisira, saisirons, saisirez, saisiront)
-
entendre werkwoord (entends, entend, entendons, entendez, entendent, entendais, entendait, entendions, entendiez, entendaient, entendis, entendit, entendîmes, entendîtes, entendirent, entendrai, entendras, entendra, entendrons, entendrez, entendront)
-
attraper werkwoord (attrape, attrapes, attrapons, attrapez, attrapent, attrapais, attrapait, attrapions, attrapiez, attrapaient, attrapai, attrapas, attrapa, attrapâmes, attrapâtes, attrapèrent, attraperai, attraperas, attrapera, attraperons, attraperez, attraperont)
-
prendre au piège werkwoord
-
pincer werkwoord (pince, pinces, pinçons, pincez, pincent, pinçais, pinçait, pincions, pinciez, pinçaient, pinçai, pinças, pinça, pinçâmes, pinçâtes, pincèrent, pincerai, pinceras, pincera, pincerons, pincerez, pinceront)
-
s'emparer de werkwoord
-
Conjugations for verstrikken:
o.t.t.
- verstrik
- verstrikt
- verstrikt
- verstrikken
- verstrikken
- verstrikken
o.v.t.
- verstrikte
- verstrikte
- verstrikte
- verstrikten
- verstrikten
- verstrikten
v.t.t.
- heb verstrikt
- hebt verstrikt
- heeft verstrikt
- hebben verstrikt
- hebben verstrikt
- hebben verstrikt
v.v.t.
- had verstrikt
- had verstrikt
- had verstrikt
- hadden verstrikt
- hadden verstrikt
- hadden verstrikt
o.t.t.t.
- zal verstrikken
- zult verstrikken
- zal verstrikken
- zullen verstrikken
- zullen verstrikken
- zullen verstrikken
o.v.t.t.
- zou verstrikken
- zou verstrikken
- zou verstrikken
- zouden verstrikken
- zouden verstrikken
- zouden verstrikken
diversen
- verstrik!
- verstrikt!
- verstrikt
- verstrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verstrikken:
Wiktionary: verstrikken
verstrikken
Cross Translation:
noun
-
(familier, fr) embrouillement
-
(familier, fr) embrouiller, embarrasser.
-
engager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes.
-
envelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verstrikken | → coincer; entourlouper | ↔ set up — to trap or ensnare |