Nederlands
Uitgebreide vertaling voor naderhand (Nederlands) in het Frans
naderhand:
-
naderhand (daarna; later; nadien)
plus tard; ultérieurement; après-
plus tard bijvoeglijk naamwoord
-
ultérieurement bijvoeglijk naamwoord
-
après bijvoeglijk naamwoord
-
-
naderhand (later)
-
naderhand (later; straks; zometeen)
plus tard; après; tout à l'heure-
plus tard bijvoeglijk naamwoord
-
après bijvoeglijk naamwoord
-
tout à l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor naderhand:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
après | daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen | aan; aansluitend; achter; achterna; daarachter; daarna; daarop; erachter; gepasseerd; hierna; hierop; later dan; na; nadat; vervolgens; voorbij |
plus tard | daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen | |
tout à l'heure | later; naderhand; straks; zometeen | aanstonds; daarnet; direct; juist; later; net; pas; straks; terstond; weldra; zo; zo meteen; zojuist; zometeen; zonet; zoëven |
ultérieurement | daarna; later; naderhand; nadien |