Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- louter:
- louteren:
-
Wiktionary:
- louter → propre, pur, seul
- louter → proprement, seulement, uniquement, simplement
- louteren → purifier
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor louter (Nederlands) in het Frans
louter:
-
louter
uniquement; seulement; purement; exclusivement-
uniquement bijvoeglijk naamwoord
-
seulement bijvoeglijk naamwoord
-
purement bijvoeglijk naamwoord
-
exclusivement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor louter:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | zuiver | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exclusivement | louter | alleen; apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; enkel; exclusief; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; select; speciaal; uitsluitend; uniek |
purement | louter | echt; gaaf; gekuist; hygienisch; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvervalst; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver |
seulement | louter | alleen maar; enkel; slechts |
uniquement | louter | alleen; alleen maar; apart; bijzonder; eenmalig; enig; enig in zijn soort; enkel; exclusief; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; slechts; uitsluitend; uniek |
Verwante woorden van "louter":
Synoniemen voor "louter":
Verwante definities voor "louter":
Wiktionary: louter
louter
Cross Translation:
adjective
-
Qui appartenir exclusivement à une personne ou à une chose.
-
Qui est sans mélange.
-
Qui est sans compagnie ; qui n’est point avec d’autres.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• louter | → seulement; uniquement; simplement | ↔ merely — only, just, and nothing more |
louter vorm van louteren:
-
louteren (in zedelijk opzicht zuiveren; reinigen; kuisen; klaren)
nettoyer; purger; épurer; purifier; laver-
nettoyer werkwoord (nettoie, nettoies, nettoyons, nettoyez, nettoient, nettoyais, nettoyait, nettoyions, nettoyiez, nettoyaient, nettoyai, nettoyas, nettoya, nettoyâmes, nettoyâtes, nettoyèrent, nettoierai, nettoieras, nettoiera, nettoierons, nettoierez, nettoieront)
-
purger werkwoord (purge, purges, purgeons, purgez, purgent, purgeais, purgeait, purgions, purgiez, purgeaient, purgeai, purgeas, purgea, purgeâmes, purgeâtes, purgèrent, purgerai, purgeras, purgera, purgerons, purgerez, purgeront)
-
épurer werkwoord (épure, épures, épurons, épurez, épurent, épurais, épurait, épurions, épuriez, épuraient, épurai, épuras, épura, épurâmes, épurâtes, épurèrent, épurerai, épureras, épurera, épurerons, épurerez, épureront)
-
purifier werkwoord (purifie, purifies, purifions, purifiez, purifient, purifiais, purifiait, purifiions, purifiiez, purifiaient, purifiai, purifias, purifia, purifiâmes, purifiâtes, purifièrent, purifierai, purifieras, purifiera, purifierons, purifierez, purifieront)
-
laver werkwoord (lave, laves, lavons, lavez, lavent, lavais, lavait, lavions, laviez, lavaient, lavai, lavas, lava, lavâmes, lavâtes, lavèrent, laverai, laveras, lavera, laverons, laverez, laveront)
-
Conjugations for louteren:
o.t.t.
- louter
- loutert
- loutert
- louteren
- louteren
- louteren
o.v.t.
- louterde
- louterde
- louterde
- louterden
- louterden
- louterden
v.t.t.
- ben gelouterd
- bent gelouterd
- is gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
- zijn gelouterd
v.v.t.
- was gelouterd
- was gelouterd
- was gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
- waren gelouterd
o.t.t.t.
- zal louteren
- zult louteren
- zal louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
- zullen louteren
o.v.t.t.
- zou louteren
- zou louteren
- zou louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
- zouden louteren
en verder
- heb gelouterd
- hebt gelouterd
- heeft gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
- hebben gelouterd
diversen
- louter!
- loutert!
- gelouterd
- louterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor louteren:
Computer vertaling door derden:
Frans
Uitgebreide vertaling voor louter (Frans) in het Nederlands
louter: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- loué: verhuurd; gezegend; geprezen; populair; gevierd; gelauwerd; gecharterd
- ter: driemaal
- ôter: uitlichten; nemen uit; uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; uitnemen; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; eruit nemen
Computer vertaling door derden: