Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hometrainer:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. home-trainer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hometrainer (Nederlands) in het Frans

hometrainer:

hometrainer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hometrainer (kamerfiets)
    l'home-trainer; la bicyclette d'appartement

Vertaal Matrix voor hometrainer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bicyclette d'appartement hometrainer; kamerfiets trimfiets
home-trainer hometrainer; kamerfiets trimfiets

Verwante woorden van "hometrainer":

  • hometrainers

Wiktionary: hometrainer

hometrainer
noun
  1. anglicisme|fr engin immobile sur lequel on peut s’exercer à la maison à toutes sortes de sports, principalement le cyclisme.
  2. vélo fixe qui s’utilise à la maison.



Frans

Uitgebreide vertaling voor hometrainer (Frans) in het Nederlands

home-trainer:

home-trainer [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'home-trainer (bicyclette d'appartement)
    kamerfiets; de hometrainer
  2. l'home-trainer (bicyclette d'appartement)
    trimfiets

Vertaal Matrix voor home-trainer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hometrainer bicyclette d'appartement; home-trainer
kamerfiets bicyclette d'appartement; home-trainer
trimfiets bicyclette d'appartement; home-trainer

Wiktionary: home-trainer

home-trainer
noun
  1. anglicisme|fr engin immobile sur lequel on peut s’exercer à la maison à toutes sortes de sports, principalement le cyclisme.