Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor binnenhalen (Nederlands) in het Frans

binnenhalen:

binnenhalen werkwoord (haal binnen, haalt binnen, haalde binnen, haalden binnen, binnengehaald)

  1. binnenhalen (binnenbrengen)
    remporter; obtenir; gagner
    • remporter werkwoord (remporte, remportes, remportons, remportez, )
    • obtenir werkwoord (obtiens, obtient, obtenons, obtenez, )
    • gagner werkwoord (gagne, gagnes, gagnons, gagnez, )
  2. binnenhalen (onthalen; ontvangen; vergasten)
    accueillir; recevoir; régaler de
    • accueillir werkwoord (accueille, accueilles, accueillons, accueillez, )
    • recevoir werkwoord (reçois, reçoit, recevons, recevez, )
    • régaler de werkwoord

Conjugations for binnenhalen:

o.t.t.
  1. haal binnen
  2. haalt binnen
  3. haalt binnen
  4. halen binnen
  5. halen binnen
  6. halen binnen
o.v.t.
  1. haalde binnen
  2. haalde binnen
  3. haalde binnen
  4. haalden binnen
  5. haalden binnen
  6. haalden binnen
v.t.t.
  1. heb binnengehaald
  2. hebt binnengehaald
  3. heeft binnengehaald
  4. hebben binnengehaald
  5. hebben binnengehaald
  6. hebben binnengehaald
v.v.t.
  1. had binnengehaald
  2. had binnengehaald
  3. had binnengehaald
  4. hadden binnengehaald
  5. hadden binnengehaald
  6. hadden binnengehaald
o.t.t.t.
  1. zal binnenhalen
  2. zult binnenhalen
  3. zal binnenhalen
  4. zullen binnenhalen
  5. zullen binnenhalen
  6. zullen binnenhalen
o.v.t.t.
  1. zou binnenhalen
  2. zou binnenhalen
  3. zou binnenhalen
  4. zouden binnenhalen
  5. zouden binnenhalen
  6. zouden binnenhalen
en verder
  1. ben binnengehaald
  2. bent binnengehaald
  3. is binnengehaald
  4. zijn binnengehaald
  5. zijn binnengehaald
  6. zijn binnengehaald
diversen
  1. haal binnen!
  2. haalt binnen!
  3. binnengehaald
  4. binnenhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor binnenhalen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accueillir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; begroeten; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; gedag zeggen; groeten; in ontvangst nemen; koppelen; ontvangen; opvangen; van onderdak voorzien; verwelkomen; welkom heten
gagner binnenbrengen; binnenhalen behalen; bekruipen; besparen; de overwinning behalen; eigen maken; geld besparen; gewinnen; halen; het gevoel krijgen; iets bemachtigen; kopen; matigen; minder gebruiken; overmannen; overmeesteren; overweldigen; overwinnen; pakken; te boven komen; te pakken krijgen; verdienen; verkrijgen; verslaan; verwerven; winnen; zegevieren; zich meester maken van
obtenir binnenbrengen; binnenhalen aanschaffen; behalen; bemachtigen; eigen maken; halen; iets bemachtigen; kopen; pakken; te pakken krijgen; toekrijgen; verkrijgen; verwerven; winnen
recevoir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; eigen maken; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; kopen; krijgen; ontvangen; opstrijken; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven
remporter binnenbrengen; binnenhalen afvoeren; eigen maken; iets bemachtigen; kopen; meedragen; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
régaler de binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten vergasten op

Wiktionary: binnenhalen

binnenhalen
Cross Translation:
FromToVia
binnenhalen télécharger download — to transfer data from a remote computer to a local one
binnenhalen recueillir; moissonner; récolter harvest — to bring in a harvest; reap

binnen halen:

binnen halen werkwoord

  1. binnen halen (oogsten; plukken)
    récolter; moissonner; faire la récolte; faire la cueillette
    • récolter werkwoord (récolte, récoltes, récoltons, récoltez, )
    • moissonner werkwoord (moisonne, moisonnes, moisonnons, moisonnez, )
    • faire la récolte werkwoord
  2. binnen halen (binnenroepen)
    introduire; appeler; faire entrer
    • introduire werkwoord (introduis, introduit, introduisons, introduisez, )
    • appeler werkwoord (appelle, appelles, appelons, appelez, )
    • faire entrer werkwoord

Vertaal Matrix voor binnen halen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appeler binnen halen; binnenroepen aanroepen; aantekenen; appelleren; appèl aantekenen; bellen; benoemen; beroep doen op; bestempelen; betitelen; dagvaarden; door de telefoon praten; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; iemand opbellen; inroepen; laten komen; noemen; ontbieden; opbellen; oproepen; praaien; roepen; sommeren; telefoneren; telefoontje plegen; tevoorschijn roepen; toeroepen; vernoemen; verzet aantekenen
faire entrer binnen halen; binnenroepen binnendringen; binnenlaten; binnenleiden; binnenloodsen; binnenvallen; deur openen; inbrengen; indringen; infiltreren; injagen; inlaten; invallen; invoegen; naarbinnen laten; opendoen voor
faire la cueillette binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden
faire la récolte binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden
introduire binnen halen; binnenroepen binnen brengen; binnenlaten; binnenleiden; binnenloodsen; geld opleveren; inbrengen; inleiden; intikken; intoetsen; introduceren; intypen; invoegen; kennis laten maken; naarbinnen laten; openen; voorstellen
moissonner binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden; oogsten; plukken; verzamelen
récolter binnen halen; oogsten; plukken binnen brengen; binnenleiden; oogsten; plukken; verzamelen