Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- afhankelijkheid:
- afhankelijk:
-
Wiktionary:
- afhankelijkheid → dépendance, servitude
- afhankelijkheid → dépendance
- afhankelijk → dépendant
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afhankelijkheid (Nederlands) in het Frans
afhankelijkheid:
-
de afhankelijkheid (verslaving; gewenning; verslaafdheid)
-
de afhankelijkheid (knechtschap)
-
de afhankelijkheid
la dépendance
Vertaal Matrix voor afhankelijkheid:
Verwante woorden van "afhankelijkheid":
Wiktionary: afhankelijkheid
afhankelijkheid
Cross Translation:
noun
-
État de qui, de ce qui dépend
-
Dépendance physiologique à une substance
-
État figuré.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afhankelijkheid | → dépendance | ↔ dependence — state of being dependent |
• afhankelijkheid | → dépendance | ↔ dependency — addiction |
• afhankelijkheid | → dépendance | ↔ dependency — computing: reliance on functionality |
• afhankelijkheid | → dépendance | ↔ Abhängigkeit — Zustand, auf jemand oder etwas angewiesen zu sein |
afhankelijkheid vorm van afhankelijk:
-
afhankelijk (onzelfstandig)
dépendant; subordonné; subalterne-
dépendant bijvoeglijk naamwoord
-
subordonné bijvoeglijk naamwoord
-
subalterne bijvoeglijk naamwoord
-
-
afhankelijk (onderschikkend)
subordonnant; subordinatoire-
subordonnant bijvoeglijk naamwoord
-
subordinatoire bijvoeglijk naamwoord
-
-
afhankelijk (horig)
Vertaal Matrix voor afhankelijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
subordonné | inferieur; mindere; ondergeschikte | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dépendant | afhankelijke cel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dépendant | afhankelijk; onzelfstandig | |
inféodé | afhankelijk; horig | |
soumis | afhankelijk; horig | berustend; bijkomstig; gedwee; gelaten; inferieur; knechts; kruiperig; lijdelijk; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; onvrij; serviel; slaafs; tam; volgzaam |
subalterne | afhankelijk; onzelfstandig | arm; bijkomstig; dor; inferieur; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; schraal; slecht; subaltern; tweederangs; zwak |
subordinatoire | afhankelijk; onderschikkend | subordinerend |
subordonnant | afhankelijk; onderschikkend | subordinerend |
subordonné | afhankelijk; onzelfstandig | bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen |
Verwante woorden van "afhankelijk":
Antoniemen van "afhankelijk":
Verwante definities voor "afhankelijk":
Wiktionary: afhankelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afhankelijk | → dépendant | ↔ dependent — relying upon; depending upon |