Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tailleren (Nederlands) in het Frans
tailleren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Wiktionary: tailleren
tailleren
verb
-
in vorm brengen door het overbodige weg te snijden
- tailleren → tailler
Frans
Uitgebreide vertaling voor tailleren (Frans) in het Nederlands
tailleren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- taille: mate; grootte; omvang; formaat; dimensie; maat; afmeting; middel; taille; middel van het lichaam; heup; lichaamslengte; leest; gestalte; lichaamspostuur; uiterlijk; figuur; gedaante; postuur; kerfstok; taillemaat; beknotting; besnoeiing; taillewijdte; snoeiing
- rené: herboren
- taillé: link; sluw; geslepen; geraffineerd; listig; leep; slinks; doortrapt; arglistig
- tailler: snoeien; trimmen; besnoeien; snijden; afsnijden; aanzetten; slijpen; wetten; scherpen; uithakken; uithouwen; uitkappen; knippen; kappen; afknippen; toesnijden; couperen; op maat snijden; bijknippen; coifferen; een beetje knippen; beperken; korten; beknotten; kort knippen; kort maken; kerven; houwen; insnijden; kepen; inkerven; inkepen; creneleren; een inkeping maken