Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- rechtmaken:
- recht maken:
-
Wiktionary:
- rechtmaken → rectifier
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rechtmaken (Nederlands) in het Frans
rechtmaken:
-
rechtmaken
redresser-
redresser werkwoord (redresse, redresses, redressons, redressez, redressent, redressais, redressait, redressions, redressiez, redressaient, redressai, redressas, redressa, redressâmes, redressâtes, redressèrent, redresserai, redresseras, redressera, redresserons, redresserez, redresseront)
-
Conjugations for rechtmaken:
o.t.t.
- maak recht
- maakt recht
- maakt recht
- maken recht
- maken recht
- maken recht
o.v.t.
- maakte recht
- maakte recht
- maakte recht
- maakten recht
- maakten recht
- maakten recht
v.t.t.
- heb recht gemaakt
- hebt recht gemaakt
- heeft recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
v.v.t.
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
o.t.t.t.
- zal rechtmaken
- zult rechtmaken
- zal rechtmaken
- zullen rechtmaken
- zullen rechtmaken
- zullen rechtmaken
o.v.t.t.
- zou rechtmaken
- zou rechtmaken
- zou rechtmaken
- zouden rechtmaken
- zouden rechtmaken
- zouden rechtmaken
en verder
- is recht gemaakt
- zijn recht gemaakt
diversen
- maak recht!
- maakt recht!
- recht gemaakt
- rechtmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rechtmaken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
redresser | rechtmaken | goedmaken; omhoogbrengen; rechtbuigen; rechtop zetten; rechtstrijken; rechtzetten |
recht maken:
-
recht maken
remettre droit-
remettre droit werkwoord
-
Conjugations for recht maken:
o.t.t.
- maak recht
- maakt recht
- maakt recht
- maken recht
- maken recht
- maken recht
o.v.t.
- maakte recht
- maakte recht
- maakte recht
- maakten recht
- maakten recht
- maakten recht
v.t.t.
- heb recht gemaakt
- hebt recht gemaakt
- heeft recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
- hebben recht gemaakt
v.v.t.
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- had recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
- hadden recht gemaakt
o.t.t.t.
- zal recht maken
- zult recht maken
- zal recht maken
- zullen recht maken
- zullen recht maken
- zullen recht maken
o.v.t.t.
- zou recht maken
- zou recht maken
- zou recht maken
- zouden recht maken
- zouden recht maken
- zouden recht maken
en verder
- is recht gemaakt
- zijn recht gemaakt
diversen
- maak recht!
- maakt recht!
- recht gemaakt
- recht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor recht maken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
remettre droit | recht maken | ding rechtzetten; rechttrekken |