Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- matheid:
-
mat:
- éteint; bébête; sans souffle; voilé; sans inspiration; terne; mat; poudré; opaque; sans éclat; blême; vague; abruti; étourdi; hébété; indolent; inanimé; apathique; mort; faible; mou; lent; lentement; misérable; languissant; sans âme; sans envie; indolemment; sans force
- dessous de plat; dessous de table; pelouse; gazon; herbe; tapis; paillasson; descente de lit
-
Wiktionary:
- matheid → abattement, fatigue, langueur
- mat → languissant, terne
- mat → échec et mat, terne, mat, paillasson, carpette, natte, tapis, mate
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor matheid (Nederlands) in het Frans
matheid:
-
de matheid (futloosheid; loomheid; slapheid)
-
de matheid
Vertaal Matrix voor matheid:
Verwante woorden van "matheid":
Wiktionary: matheid
matheid
noun
-
diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
- abattement → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid
-
Sensation de faiblesse physique
-
affaiblissement physique et moral qui réduire considérablement les forces et l’activité d'une personne. action, fait de languir.
matheid vorm van mat:
-
mat (niet uitbundig)
éteint; bébête; sans souffle; voilé; sans inspiration; terne-
éteint bijvoeglijk naamwoord
-
bébête bijvoeglijk naamwoord
-
sans souffle bijvoeglijk naamwoord
-
voilé bijvoeglijk naamwoord
-
sans inspiration bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
-
mat (gematteerd)
mat; poudré; opaque; terne; sans éclat-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
poudré bijvoeglijk naamwoord
-
opaque bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
sans éclat bijvoeglijk naamwoord
-
-
mat (flets)
-
mat (glansloos; dof; beslagen)
mat; terne; sans éclat-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
sans éclat bijvoeglijk naamwoord
-
-
mat (niet helder; dof; flets)
-
mat (versuft; soezerig; suf; geesteloos; dof; daas)
-
mat (futloos; slap; lusteloos; lamlendig)
indolent; inanimé; apathique; mort; faible; mou; lent; lentement; terne; misérable; languissant; sans âme; sans envie; indolemment; sans force-
indolent bijvoeglijk naamwoord
-
inanimé bijvoeglijk naamwoord
-
apathique bijvoeglijk naamwoord
-
mort bijvoeglijk naamwoord
-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
mou bijvoeglijk naamwoord
-
lent bijvoeglijk naamwoord
-
lentement bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
misérable bijvoeglijk naamwoord
-
languissant bijvoeglijk naamwoord
-
sans âme bijvoeglijk naamwoord
-
sans envie bijvoeglijk naamwoord
-
indolemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans force bijvoeglijk naamwoord
-
-
de mat (onderzetter; matje; onderlegger; placemat; tafelmatje)
-
de mat (grasmat; gras)
-
de mat (vloermat)
Vertaal Matrix voor mat:
Verwante woorden van "mat":
Synoniemen voor "mat":
Antoniemen van "mat":
Verwante definities voor "mat":
Wiktionary: mat
mat
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mat | → échec et mat | ↔ checkmate — said when making the conclusive move in chess |
• mat | → terne; mat | ↔ dull — not shiny |
• mat | → paillasson; carpette; natte; tapis | ↔ mat — foot wiping device or floor covering |
• mat | → mate; mat | ↔ matte — not reflective of light |