Dief: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

dief:
- voleur; brigand; filou; voleur de caisse; cambrioleur; monte-en-l'air
Wiktionary:
- dief → voleur
- dief → voleur, voleuse

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dief (Nederlands) in het Frans

de dief (ladelichter)
le voleur; le brigand; le filou; le voleur de caisse
- voleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- brigand [le ~] zelfstandig naamwoord
- filou [le ~] zelfstandig naamwoord
- voleur de caisse [le ~] zelfstandig naamwoord
de dief (rover)
le voleur; le brigand; le cambrioleur
- voleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- brigand [le ~] zelfstandig naamwoord
- cambrioleur [le ~] zelfstandig naamwoord
de dief (geveltoerist; inbreker; binnendringer)
le voleur; le monte-en-l'air
- voleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- monte-en-l'air [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brigand	dief; ladelichter; rover	aanvaller; bandiet; boef; boosdoener; booswicht; fielt; mispunt; naarling; onverlaat; overvaller; rotzak; rover; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; stinkerd; struikrover
cambrioleur	dief; rover
filou	dief; ladelichter
monte-en-l'air	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker	inklimmer
voleur	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; ladelichter; rover	aanvaller; overvaller; rover; struikrover
voleur de caisse	dief; ladelichter

dief

noun

dief

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dief	→ voleur; voleuse	↔ thief — one who carries out theft