Razzia: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

razzia:
- descente de police; rafle; battue; traque; ruée; razzia; rafle de police
Wiktionary:
- razzia → arrestation, razzia, descente, rafle

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

razzia:
- aanval; run; attaque; stormaanval; offensief; bestorming; stormloop; klopjacht; drijfjacht; razzia; rooftocht; strooptocht
Wiktionary:
- razzia → razzia

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor razzia (Nederlands) in het Frans

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
battue	klopjacht; razzia	drijfjacht; klopjacht
descente de police	klopjacht; razzia
rafle	klopjacht; razzia	aanval; attaque; bestorming; drijfjacht; klopjacht; offensief; rooftocht; run; stormaanval; stormloop; strooptocht
rafle de police	klopjacht; razzia	rooftocht; strooptocht
razzia	klopjacht; razzia	aanval; attaque; bestorming; drijfjacht; klopjacht; offensief; rooftocht; run; stormaanval; stormloop; strooptocht
ruée	klopjacht; razzia	aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
traque	klopjacht; razzia	drijfjacht; klopjacht

Cross Translation:

From	To	Via
• razzia	→ arrestation	↔ bust — (slang) act of arresting someone for a crime, or raiding a suspected criminal operation
• razzia	→ razzia	↔ Razzia — veraltet: militärischer Streifzug (auf feindlichem Gebiet), begrenzte offensive Militäroperation; unerwarteter Angriff; räuberische Unternehmung
• razzia	→ descente; rafle; razzia	↔ Razzia — übertr.\|: zumeist von der Polizei, den Ordnungsbehörden oder von anderen Sicherheitskräften (im großen Stil geplante) unangekündigte, lokal begrenzte Fahndungsaktion nach verdächtigen Personen

Frans

la razzia (assaut; attaque; invasion; charge; attaque à main armée; ruée; rafle; rush; hold-up; rushes)
de aanval; de run; de attaque; de stormaanval; het offensief; de bestorming; de stormloop
- aanval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- run [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- attaque [de ~] zelfstandig naamwoord
- stormaanval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- offensief [het ~] zelfstandig naamwoord
- bestorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stormloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la razzia (battue; rafle; traque)
de klopjacht; de drijfjacht
- klopjacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- drijfjacht [de ~] zelfstandig naamwoord
la razzia (rafle; descente de police; battue; traque; ruée; rafle de police)
de klopjacht; de razzia
- klopjacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- razzia [de ~] zelfstandig naamwoord
la razzia (pillage; rafle; rafle de police)
de rooftocht; de strooptocht
- rooftocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- strooptocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanval	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée	caprice; code malveillant exploitant une faille de sécurité; engouement; passade
attaque	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée	accès; attaque; crise; hémorragie cérébrale
bestorming	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
drijfjacht	battue; rafle; razzia; traque
klopjacht	battue; descente de police; rafle; rafle de police; razzia; ruée; traque
offensief	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
razzia	battue; descente de police; rafle; rafle de police; razzia; ruée; traque
rooftocht	pillage; rafle; rafle de police; razzia
run	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
stormaanval	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
stormloop	assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
strooptocht	pillage; rafle; rafle de police; razzia
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
offensief		agressif; agressivement; offensif; offensivement

Cross Translation:

From	To	Via
• razzia	→ razzia	↔ Razzia — veraltet: militärischer Streifzug (auf feindlichem Gebiet), begrenzte offensive Militäroperation; unerwarteter Angriff; räuberische Unternehmung
• razzia	→ razzia	↔ Razzia — übertr.\|: zumeist von der Polizei, den Ordnungsbehörden oder von anderen Sicherheitskräften (im großen Stil geplante) unangekündigte, lokal begrenzte Fahndungsaktion nach verdächtigen Personen