Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spieken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spieken (Nederlands) in het Frans

spieken:

spieken werkwoord (spiek, spiekt, spiekte, spiekten, gespiekt)

  1. spieken (afkijken)
    tricher; copier; frauder
    • tricher werkwoord (triche, triches, trichons, trichez, )
    • copier werkwoord (copie, copies, copions, copiez, )
    • frauder werkwoord (fraude, fraudes, fraudons, fraudez, )

Conjugations for spieken:

o.t.t.
  1. spiek
  2. spiekt
  3. spiekt
  4. spieken
  5. spieken
  6. spieken
o.v.t.
  1. spiekte
  2. spiekte
  3. spiekte
  4. spiekten
  5. spiekten
  6. spiekten
v.t.t.
  1. heb gespiekt
  2. hebt gespiekt
  3. heeft gespiekt
  4. hebben gespiekt
  5. hebben gespiekt
  6. hebben gespiekt
v.v.t.
  1. had gespiekt
  2. had gespiekt
  3. had gespiekt
  4. hadden gespiekt
  5. hadden gespiekt
  6. hadden gespiekt
o.t.t.t.
  1. zal spieken
  2. zult spieken
  3. zal spieken
  4. zullen spieken
  5. zullen spieken
  6. zullen spieken
o.v.t.t.
  1. zou spieken
  2. zou spieken
  3. zou spieken
  4. zouden spieken
  5. zouden spieken
  6. zouden spieken
en verder
  1. ben gespiekt
  2. bent gespiekt
  3. is gespiekt
  4. zijn gespiekt
  5. zijn gespiekt
  6. zijn gespiekt
diversen
  1. spiek!
  2. spiekt!
  3. gespiekt
  4. spiekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

spieken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. spieken (overschrijven; overkalken; afkijken)
    le fait de tricher; le copiage

Vertaal Matrix voor spieken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiage afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
fait de tricher afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copier afkijken; spieken dupliceren; falsificeren; fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overschrijven; overtrekken; reproduceren; vervalsen
frauder afkijken; spieken frauderen; smokkelen
tricher afkijken; spieken afzetten; bedonderen; bezwendelen; smokkelen; verneuken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tricher vals spelen

Wiktionary: spieken


Cross Translation:
FromToVia
spieken copier spickenintransitiv; umgangssprachlich: (bei einer Prüfung oder Ähnlichem) von einem anderen oder etwas abschreiben; eigentlich: abgucken, da das Wort eine Form des Sehens meint