Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schril (Nederlands) in het Frans

schril:

schril bijvoeglijk naamwoord

  1. schril (schel; scherp; hoog; hard; snerpend)
    suraigu; aigu; perçant; mordant; pointu; violent; strident; criard
  2. schril (op afgebeten toon; snijdend)
    cinglant; coupant; d'un ton aigu

Vertaal Matrix voor schril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criard brulboei; bulderaar; schreeuwer; schreeuwlelijk
mordant bijterigheid; het bijtende; het nare
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend acuut; beklemmend; doordringend; fel; grievend; hanig; heftig; hevig; indringend; intens; knellend; krenkend; kwetsend; messcherp; nijpend; pinnig; puntig; schel klinkend; scherp; scherpklinkend; smartelijk; snibbig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; vinnig; vlijmend
cinglant op afgebeten toon; schril; snijdend
coupant op afgebeten toon; schril; snijdend fel; hanig; messcherp; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
criard hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend hard; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; rumoerig
d'un ton aigu op afgebeten toon; schril; snijdend
mordant hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bijtend; bijtende; bijterig; doordringend; fel; gemeen; grievend; inbijtend; invretend; inwerkend; krenkend; kwetsend; met sarcasme; sarcastisch; scherp
perçant hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; fel; hanig; indringend; nijpend; penetrant; pinnig; schel klinkend; scherp; scherpgerand; scherpklinkend; smartelijk; snibbig; vinnig; vlijmend
pointu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend fel; getopt; hanig; met toppen; pinnig; puntig; scherp; snavelvormig; snibbig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; tuitvormig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
strident hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; indringend; krijserig; schel klinkend; scherp; schreeuwerig
suraigu hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend
violent hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend aanrandend; agressief; bitter; bitter van smaak; fel; gewelddadig; geweldig; hanig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; intensief; kokend; onzacht; pinnig; ruw; scherp; snibbig; verwoed; vinnig; vlijmend; ziedend

Verwante woorden van "schril":

  • schrilheid

Wiktionary: schril

schril
adjective
  1. Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
  2. Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
  3. Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
  4. Qui couper.
  5. Qui produire une douleur âpre et aiguë.
  6. délié, menu, mince ou étroit.
  7. Qui couper ou qui est propre à couper.
  8. didact|fr Qui mordre.
  9. Qui percer, qui pénétrer.
  10. Qui piquer.
  11. Qui se termine en pointe
  12. Qui pénétrer.
  13. Qui avancer, qui sortir en dehors.
  14. Qui est en vie.
  15. Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
  16. Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

Computer vertaling door derden: