Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: lafheid

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: lafheid

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

lafheid:
- lâcheté; pleutrerie
laf:
- insipide; fade; sans sel
Wiktionary:
- lafheid → lâcheté, faiblesse
- lafheid → lâcheté
- laf → lâche, peureux
- laf → bas, veule, lâche, poltron, froussard, insipide, ennuyeux, ennuyeuse

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lafheid (Nederlands) in het Frans

lafheid:

lafheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de lafheid (kleinhartigheid)
la lâcheté; la pleutrerie
- lâcheté [la ~] zelfstandig naamwoord
- pleutrerie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lafheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lâcheté	kleinhartigheid; lafheid	beschroomdheid; onedelmoedigheid; schroom
pleutrerie	kleinhartigheid; lafheid

Verwante woorden van "lafheid":

lafheden, laf

Wiktionary: lafheid

lafheid

noun

de neiging keuzes te maken die van weinig moed getuigen
- lafheid → lâcheté

lafheid

noun

état de ce qui est faible.
- faiblesse → katzwijm; lafheid; lafhartigheid; flauwheid; zachtheid; zwakheid; zwakte; draaierigheid; duizeligheid; duizeling; zwijmel
défaut de courage.
- lâcheté → lafheid; lafhartigheid

Cross Translation:

From	To	Via
• lafheid	→ lâcheté	↔ cowardice — the lack of courage

lafheid vorm van laf:

laf bijvoeglijk naamwoord

laf (zonder zout; zoutloos; flauw)
insipide; fade; sans sel
- insipide bijvoeglijk naamwoord
- fade bijvoeglijk naamwoord
- sans sel bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor laf:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fade	flauw; laf; zonder zout; zoutloos	afstompend; bleekjes; duf; eentonig; flauw; geestdodend; muf; oubakken; oud; oudbakken; pips; plat; saai; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; stom; suf; verschaald; wee; ziekelijk; zonder smaak; zouteloos; zwak
insipide	flauw; laf; zonder zout; zoutloos	afstompend; afstotelijk voor zintuigen; bleekjes; eentonig; flauw; flauwtjes; geestdodend; lelijk; muf; onappetijtelijk; onsmakelijk; oubakken; oud; oudbakken; pips; plat; saai; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; stom; suf; verschaald; walgelijk; wee; ziekelijk; zonder smaak; zwak; zwakjes
sans sel	flauw; laf; zonder zout; zoutloos	zouteloos

Verwante woorden van "laf":

lafheid, lafst, lafste

Antoniemen van "laf":

pittig; dapper; moedig

Verwante definities voor "laf":

flauw van smaak, met weinig zout¹
- wat een laffe smaak heeft deze soep¹
zonder moed, bangig¹
- het zou laf zijn om nu te stoppen¹

Wiktionary: laf

laf

adjective

Méprisable
- lâche → laf; gemeen
Qui n’est pas tendre, qui n’est pas serrer comme il pouvoir ou devoir l’être.
- lâche → moedeloos; laf; gemeen; infaam; laag; laaghartig; schunnig; vuig
Qui est sujet à la peur.
- peureux → angstig; bang; benepen; beschroomd; kleinzielig; laf; schroomvallig; schuw; vreesachtig

Cross Translation:

From	To	Via
• laf	→ bas; veule; lâche	↔ cowardly — showing cowardice
• laf	→ poltron	↔ lily-livered — cowardly
• laf	→ froussard; lâche	↔ yellow — lacking courage
• laf	→ lâche	↔ feige — ohne Mut, sich von Angst vor Gefahr leiten lassen
• laf	→ insipide	↔ geschmacklos — ohne Geschmack, abgestanden
• laf	→ ennuyeux; ennuyeuse	↔ langweilig — eintönig, uninteressant

¹Muiswerk Woordenboek