Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
critique
|
|
aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
|
suspect
|
|
aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
attaquable
|
aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig
|
|
contentieuse
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
|
contentieux
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
bestreden; tegengegaan; verzet
|
contestable
|
aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
|
contesté
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
bestreden; tegengegaan; verzet
|
controversable
|
aanvechtbaar; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig
|
|
controversé
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
bestreden; tegengegaan; verzet
|
critique
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
benard; benauwd; cruciaal; delicaat; ernstig; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; noodzakelijk; ongemakkelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; van levensbelang; verontrustend; vitaal; voornaamst; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
discutable
|
aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
bespreekbaar; discutabel; twijfelachtig
|
douteusement
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
discutabel; donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; twijfelachtig; verdacht
|
douteux
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
bedoezeld; discutabel; donker; dubieus; duister; glibberig; groezelig; louche; morsig; niet zeker; obscuur; onbetrouwbaar; ongewis; onguur; onvast; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; twijfelachtig; verdacht; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
|
délicat
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
benard; benauwd; breekbaar; broos; delicaat; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gracieus; hachelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; iel; kieskeurig; kostelijk; kritiek; kwetsbaar; lastig; lekker; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; netelig; niet makkelijk; ongemakkelijk; overheerlijk; penibel; precair; problematisch; reuzelekker; sierlijk; slap; smakelijk; spichtig; sprieterig; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; uitgelezen; verfijnd; verrukkelijk; zalig; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar; zwak
|
litigieuse
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
|
litigieux
|
aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
|
suspect
|
bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
|
argwaan opwekkend; verdacht
|