Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gangbaar (Nederlands) in het Frans
gangbaar:
-
gangbaar (gebruikelijk; courant; gewoon)
courant; commun; normal; habituel; mondain; usuel; banal; à la mode; dernier cri; généralement admis; de mise; vendable; ayant cours; négociable; d'usage-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
commun bijvoeglijk naamwoord
-
normal bijvoeglijk naamwoord
-
habituel bijvoeglijk naamwoord
-
mondain bijvoeglijk naamwoord
-
usuel bijvoeglijk naamwoord
-
banal bijvoeglijk naamwoord
-
à la mode bijvoeglijk naamwoord
-
dernier cri bijvoeglijk naamwoord
-
généralement admis bijvoeglijk naamwoord
-
de mise bijvoeglijk naamwoord
-
vendable bijvoeglijk naamwoord
-
ayant cours bijvoeglijk naamwoord
-
négociable bijvoeglijk naamwoord
-
d'usage bijvoeglijk naamwoord
-
-
gangbaar (gebruikelijk; gewoon; gemeen; normaal)
Vertaal Matrix voor gangbaar:
Verwante woorden van "gangbaar":
Synoniemen voor "gangbaar":
Antoniemen van "gangbaar":
Verwante definities voor "gangbaar":
Computer vertaling door derden: