Nederlands
Uitgebreide vertaling voor animeren (Nederlands) in het Frans
animeren:
-
animeren (stimuleren; aanzetten; aansporen)
animer; encourager; provoquer; stimuler; activer; inciter; inciter à; exciter; aiguiser; attiser; aiguillonner; éperonner; être l'instigateur de-
animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, animent, animais, animait, animions, animiez, animaient, animai, animas, anima, animâmes, animâtes, animèrent, animerai, animeras, animera, animerons, animerez, animeront)
-
encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, encouragent, encourageais, encourageait, encouragions, encouragiez, encourageaient, encourageai, encourageas, encouragea, encourageâmes, encourageâtes, encouragèrent, encouragerai, encourageras, encouragera, encouragerons, encouragerez, encourageront)
-
provoquer werkwoord (provoque, provoques, provoquons, provoquez, provoquent, provoquais, provoquait, provoquions, provoquiez, provoquaient, provoquai, provoquas, provoqua, provoquâmes, provoquâtes, provoquèrent, provoquerai, provoqueras, provoquera, provoquerons, provoquerez, provoqueront)
-
stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, stimulent, stimulais, stimulait, stimulions, stimuliez, stimulaient, stimulai, stimulas, stimula, stimulâmes, stimulâtes, stimulèrent, stimulerai, stimuleras, stimulera, stimulerons, stimulerez, stimuleront)
-
activer werkwoord (active, actives, activons, activez, activent, activais, activait, activions, activiez, activaient, activai, activas, activa, activâmes, activâtes, activèrent, activerai, activeras, activera, activerons, activerez, activeront)
-
inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, incitent, incitais, incitait, incitions, incitiez, incitaient, incitai, incitas, incita, incitâmes, incitâtes, incitèrent, inciterai, inciteras, incitera, inciterons, inciterez, inciteront)
-
inciter à werkwoord
-
exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, excitent, excitais, excitait, excitions, excitiez, excitaient, excitai, excitas, excita, excitâmes, excitâtes, excitèrent, exciterai, exciteras, excitera, exciterons, exciterez, exciteront)
-
aiguiser werkwoord (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, aiguisent, aiguisais, aiguisait, aiguisions, aiguisiez, aiguisaient, aiguisai, aiguisas, aiguisa, aiguisâmes, aiguisâtes, aiguisèrent, aiguiserai, aiguiseras, aiguisera, aiguiserons, aiguiserez, aiguiseront)
-
attiser werkwoord (attise, attises, attisons, attisez, attisent, attisais, attisait, attisions, attisiez, attisaient, attisai, attisas, attisa, attisâmes, attisâtes, attisèrent, attiserai, attiseras, attisera, attiserons, attiserez, attiseront)
-
aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, aiguillonnent, aiguillonnais, aiguillonnait, aiguillonnions, aiguillonniez, aiguillonnaient, aiguillonnai, aiguillonnas, aiguillonna, aiguillonnâmes, aiguillonnâtes, aiguillonnèrent, aiguillonnerai, aiguillonneras, aiguillonnera, aiguillonnerons, aiguillonnerez, aiguillonneront)
-
éperonner werkwoord (éperonne, éperonnes, éperonnons, éperonnez, éperonnent, éperonnais, éperonnait, éperonnions, éperonniez, éperonnaient, éperonnai, éperonnas, éperonna, éperonnâmes, éperonnâtes, éperonnèrent, éperonnerai, éperonneras, éperonnera, éperonnerons, éperonnerez, éperonneront)
-
être l'instigateur de werkwoord
-
Conjugations for animeren:
o.t.t.
- animeer
- animeert
- animeert
- animeren
- animeren
- animeren
o.v.t.
- animeerde
- animeerde
- animeerde
- animeerden
- animeerden
- animeerden
v.t.t.
- heb geanimeerd
- hebt geanimeerd
- heeft geanimeerd
- hebben geanimeerd
- hebben geanimeerd
- hebben geanimeerd
v.v.t.
- had geanimeerd
- had geanimeerd
- had geanimeerd
- hadden geanimeerd
- hadden geanimeerd
- hadden geanimeerd
o.t.t.t.
- zal animeren
- zult animeren
- zal animeren
- zullen animeren
- zullen animeren
- zullen animeren
o.v.t.t.
- zou animeren
- zou animeren
- zou animeren
- zouden animeren
- zouden animeren
- zouden animeren
diversen
- animeer!
- animeert!
- geanimeerd
- animerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor animeren:
Frans
Uitgebreide vertaling voor animeren (Frans) in het Nederlands
animeren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- animé: druk; bezet; drukbezet; bezig; bedrijvig; geanimeerd; drukpratend; blij; enthousiast; vrolijk; wakker; zonnig; opgewekt; opgeruimd; kleurig; geestig; opgetogen; uitgelaten; bevlogen; fleurig; monter; lustig; bezield; geestdriftig; dartel; jolig; kwiek; blijmoedig; fideel; welgemoed; blijgeestig; luid; luidruchtig; rumoerig; lawaaierig; actief; levendig; dynamisch; energiek; beweeglijk; vief; vol fut; levenslustig; tierig; onrustig; roerig; woelig
- rené: herboren
- animer: aanzetten; animeren; een inspirerende werking hebben; motiveren; activeren; reanimeren; opleven; tot leven wekken; verlevendigen; aanmoedigen; opwekken; stimuleren; ingeven; aansporen; prikkelen; inspireren; aanzetten tot; provoceren; oppeppen; bemoedigen; aanjagen; bezielen; porren; opjutten; wakker schudden; inboezemen; aanvuren; instigeren; iemand motiveren; toemoedigen