Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: polshorloge

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: polshorloge

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

polshorloge:
- horloge; montre; pendule; clochette; cloche; sonnerie; sonnette
Wiktionary:
- polshorloge → montre-bracelet, bracelet-montre
- polshorloge → montre, bracelet-montre

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor polshorloge (Nederlands) in het Frans

polshorloge:

polshorloge [het ~] zelfstandig naamwoord

het polshorloge (zakuurwerk; klokje; zakhorloge)
l'horloge; la montre; la pendule; la clochette; la cloche; la sonnerie; la sonnette
- horloge [la ~] zelfstandig naamwoord
- montre [la ~] zelfstandig naamwoord
- pendule [la ~] zelfstandig naamwoord
- clochette [la ~] zelfstandig naamwoord
- cloche [la ~] zelfstandig naamwoord
- sonnerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- sonnette [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor polshorloge:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cloche	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	bel; boerenhuis; deksel; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dop; einder; flierefluiter; geitenbreier; gezichtseinder; horizon; kaasstolp; kim; klok; klooi; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leeghoofdje; leegloper; lijntrekker; luidklok; nietsnut; pendule; schel; slampamper; slapkous; stolp; stolphuis; stulpkooi; sufferdje; torenklok; uurwerk
clochette	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	bel; einder; gezichtseinder; horizon; kim; klein klokje; kleine klok; klokje; schel; tikkend uurwerk; tikker; tikkertje
horloge	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	klok; pendule; torenklok; uurwerk
montre	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	horloge; kleine klok; klokje; tikkend uurwerk; tikker
pendule	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	hangklok; klok; pendule; uurwerk; wandklok
sonnerie	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	bel; bellen; belsignaal; beltoon; carillon; einder; gebeier; gelui; gerinkel; gezichtseinder; horizon; kim; klokgelui; klokkenspel; klokslag; opbellen; overgaan; schel; trompetsignaal; wekker; wektoestel
sonnette	klokje; polshorloge; zakhorloge; zakuurwerk	bel; beller; carillonspeler; deurbel; einder; gezichtseinder; handbel; heiblok; heimachine; heistelling; horizon; huisbel; kim; luider; schel
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
horloge		systeemklok

Verwante woorden van "polshorloge":

polshorloges

Wiktionary: polshorloge

polshorloge

noun

een uurwerk dat om de pols gedragen wordt
- polshorloge → montre-bracelet

polshorloge

noun

montre se portant au bracelet.
- bracelet-montre → polshorloge
montre se portant au bracelet, par opposition à la montre de poche
- montre-bracelet → polshorloge

Cross Translation:

From	To	Via
• polshorloge	→ montre; bracelet-montre	↔ wristwatch — watch worn on the wrist