Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bewaken (Nederlands) in het Frans
bewaken:
-
bewaken (toezicht houden; surveilleren; toezien)
surveiller; garder; observer; patrouiller-
surveiller werkwoord (surveille, surveilles, surveillons, surveillez, surveillent, surveillais, surveillait, surveillions, surveilliez, surveillaient, surveillai, surveillas, surveilla, surveillâmes, surveillâtes, surveillèrent, surveillerai, surveilleras, surveillera, surveillerons, surveillerez, surveilleront)
-
garder werkwoord (garde, gardes, gardons, gardez, gardent, gardais, gardait, gardions, gardiez, gardaient, gardai, gardas, garda, gardâmes, gardâtes, gardèrent, garderai, garderas, gardera, garderons, garderez, garderont)
-
observer werkwoord (observe, observes, observons, observez, observent, observais, observait, observions, observiez, observaient, observai, observas, observa, observâmes, observâtes, observèrent, observerai, observeras, observera, observerons, observerez, observeront)
-
patrouiller werkwoord (patrouille, patrouilles, patrouillons, patrouillez, patrouillent, patrouillais, patrouillait, patrouillions, patrouilliez, patrouillaient, patrouillai, patrouillas, patrouilla, patrouillâmes, patrouillâtes, patrouillèrent, patrouillerai, patrouilleras, patrouillera, patrouillerons, patrouillerez, patrouilleront)
-
-
bewaken (toezien op)
veiller sur; surveiller-
veiller sur werkwoord
-
surveiller werkwoord (surveille, surveilles, surveillons, surveillez, surveillent, surveillais, surveillait, surveillions, surveilliez, surveillaient, surveillai, surveillas, surveilla, surveillâmes, surveillâtes, surveillèrent, surveillerai, surveilleras, surveillera, surveillerons, surveillerez, surveilleront)
-
-
bewaken (van alarminstallatie voorzien; beschermen; beveiligen)
Conjugations for bewaken:
o.t.t.
- bewaak
- bewaakt
- bewaakt
- bewaken
- bewaken
- bewaken
o.v.t.
- bewaakte
- bewaakte
- bewaakte
- bewaakten
- bewaakten
- bewaakten
v.t.t.
- heb bewaakt
- hebt bewaakt
- heeft bewaakt
- hebben bewaakt
- hebben bewaakt
- hebben bewaakt
v.v.t.
- had bewaakt
- had bewaakt
- had bewaakt
- hadden bewaakt
- hadden bewaakt
- hadden bewaakt
o.t.t.t.
- zal bewaken
- zult bewaken
- zal bewaken
- zullen bewaken
- zullen bewaken
- zullen bewaken
o.v.t.t.
- zou bewaken
- zou bewaken
- zou bewaken
- zouden bewaken
- zouden bewaken
- zouden bewaken
diversen
- bewaak!
- bewaakt!
- bewaakt
- bewakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bewaken:
Verwante definities voor "bewaken":
Wiktionary: bewaken
bewaken
Cross Translation:
verb
bewaken
-
toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand
- bewaken → garder
verb
-
surveiller étroitement.
-
prendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewaken | → garder | ↔ guard — To protect from some offence |
• bewaken | → veiller | ↔ watch over — to guard and protect |