Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. apropos:
  2. à propos:
  3. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. à propos:
  2. à-propos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor apropos (Nederlands) in het Frans

apropos:

apropos bijvoeglijk naamwoord

  1. apropos
    à propos; d'ailleurs

Vertaal Matrix voor apropos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
d'ailleurs apropos 'tuurlijk; allicht; behalve dat; bijgevolg; bovendien; daarbij; daarenboven; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; overigens; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel; à propos
à propos apropos adrem; bijdehand; gelegen; gevat; raak; snedig; terzake; toepasselijk; treffend; trouwens; van pas; à propos

Wiktionary: apropos

apropos
conj
  1. Traductions à trier suivant le sens

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

  1. à propos (trouwens)
    à propos; au demeurant; du reste; d'ailleurs

Vertaal Matrix voor à propos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
au demeurant trouwens; à propos
d'ailleurs trouwens; à propos 'tuurlijk; allicht; apropos; behalve dat; bijgevolg; bovendien; daarbij; daarenboven; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; overigens; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
du reste trouwens; à propos behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; overigens
à propos trouwens; à propos adrem; apropos; bijdehand; gelegen; gevat; raak; snedig; terzake; toepasselijk; treffend; van pas

Wiktionary: à propos


Cross Translation:
FromToVia
à propos à propos de aproposleitet auf ein ähnliches oder verwandtes Gesprächsthema über

Computer vertaling door derden:


Frans

Uitgebreide vertaling voor apropos (Frans) in het Nederlands

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

  1. à propos (d'ailleurs; au demeurant; du reste)
    trouwens; à propos
  2. à propos (d'ailleurs)
    apropos
  3. à propos (au point; concis)
    terzake
  4. à propos (opportun; propice; au bon moment; de saison)
    gelegen; van pas
  5. à propos (au fait; prompt à la riposte; vif; )
    adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak
    • adrem bijvoeglijk naamwoord
    • bijdehand bijvoeglijk naamwoord
    • snedig bijvoeglijk naamwoord
    • gevat bijvoeglijk naamwoord
    • raak bijvoeglijk naamwoord
  6. à propos (approprié; bien placé; qui va droit au but; frappant)
    toepasselijk; treffend

Vertaal Matrix voor à propos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijdehand adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé maligne; malin; perspicace; vif; éveillé
gelegen au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos situé
gevat adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé clairvoyant; fin; finement; futé; intelligent; roublard; sagace
raak adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé bref; concis; lapidaire; sans détours; sommaire; succinct; succinctement
snedig adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé clairvoyant; fin; finement; futé; intelligent; roublard; sagace
toepasselijk approprié; bien placé; frappant; qui va droit au but; à propos
treffend approprié; bien placé; frappant; qui va droit au but; à propos avoué; caractéristique; clair; considérable; considérablement; frappant; marquant; notable; notablement; ostensiblement; particulier; particulièrement; remarquable; représentatif; saillant; sans équivoque; spécifique; substantiel; surprenant; typique; typiquement; voyant; évidemment; évident
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trouwens au demeurant; d'ailleurs; du reste; à propos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adrem adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé
apropos d'ailleurs; à propos
terzake au point; concis; à propos
van pas au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos
à propos au demeurant; d'ailleurs; du reste; à propos

Synoniemen voor "à propos":

  • opportunément; à pic

Wiktionary: à propos

à propos
conj
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
à propos betreffend apropos — regarding or concerning
à propos terloops apropos — by the way
à propos trouwens; nu dat ik eraan denk; overigens; tussen haakjes by the way — incidentally

à-propos:


Computer vertaling door derden: