Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verontrustend:
  2. verontrusten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verontrustend (Nederlands) in het Frans

verontrustend:

verontrustend bijvoeglijk naamwoord

  1. verontrustend (onrustbarend; angstwekkend; ontstellend)
    inquiétant; consternant; alarmant
  2. verontrustend (onrustbarend; zorgelijk; zorgwekkend)
    alarmant; consternant; inquiétant; préoccupant; critique; d'une façon alarmante

Vertaal Matrix voor verontrustend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarmant angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; vreesaanjagend; vreeswekkend
consternant angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk
critique onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; ernstig; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; noodzakelijk; omstreden; ongemakkelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; vitaal; voornaamst; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
d'une façon alarmante onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
inquiétant angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend angstaanjagend; angstwekkend; benard; benauwd; eng; erg; ernstig; griezelig; hachelijk; kritiek; kwalijk; penibel; schrikaanjagend; schrikwekkend; van bedenkelijke aard; vreesaanjagend; vreeswekkend; zorgelijk; zorgwekkend
préoccupant onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend

Wiktionary: verontrustend


Cross Translation:
FromToVia
verontrustend anxiogène; inquiétant worrisome — Causing worry; perturbing or vexing

verontrustend vorm van verontrusten:

verontrusten werkwoord (verontrust, verontrustte, verontrustten, verontrust)

  1. verontrusten (ontstellen)
    inquiéter; avertir; alarmer; mettre en garde contre
    • inquiéter werkwoord (inquiète, inquiètes, inquiétons, inquiétez, )
    • avertir werkwoord (avertis, avertit, avertissons, avertissez, )
    • alarmer werkwoord (alarme, alarmes, alarmons, alarmez, )

Conjugations for verontrusten:

o.t.t.
  1. verontrust
  2. verontrust
  3. verontrust
  4. verontrusten
  5. verontrusten
  6. verontrusten
o.v.t.
  1. verontrustte
  2. verontrustte
  3. verontrustte
  4. verontrustten
  5. verontrustten
  6. verontrustten
v.t.t.
  1. heb verontrust
  2. hebt verontrust
  3. heeft verontrust
  4. hebben verontrust
  5. hebben verontrust
  6. hebben verontrust
v.v.t.
  1. had verontrust
  2. had verontrust
  3. had verontrust
  4. hadden verontrust
  5. hadden verontrust
  6. hadden verontrust
o.t.t.t.
  1. zal verontrusten
  2. zult verontrusten
  3. zal verontrusten
  4. zullen verontrusten
  5. zullen verontrusten
  6. zullen verontrusten
o.v.t.t.
  1. zou verontrusten
  2. zou verontrusten
  3. zou verontrusten
  4. zouden verontrusten
  5. zouden verontrusten
  6. zouden verontrusten
diversen
  1. verontrust!
  2. verontrust!
  3. verontrust
  4. verontrustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verontrusten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarmer ontstellen; verontrusten alarmeren; angst aanjagen; bangmaken; beangstigen; doen schrikken; ongerust maken; verschrikken
avertir ontstellen; verontrusten alarmeren; tevoren zeggen; waarschuwen
inquiéter ontstellen; verontrusten alarmeren; beangstigen; benauwen; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
mettre en garde contre ontstellen; verontrusten alarmeren; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen

Wiktionary: verontrusten

verontrusten
verb
  1. ongerust maken, zorgen baren
verontrusten
Cross Translation:
FromToVia
verontrusten énerver upset — make (a person) angry, distressed or unhappy